Beleidsregels voor onderdeel 1 van het Dutch Trade and Investment Fund gepubliceerd

Het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) zal financiering gaan verstrekken voor directe investeringen en export, met als doel het publieke financieringsinstrumentarium te optimaliseren. Het DTIF integreert bestaande faciliteiten van het non-ODA financieringsinstrumentarium: de Faciliteit Opkomende Markten (FOM) en Finance for International Business (FIB). Daarnaast introduceert het fonds directe exportfinanciering voor kleine transacties (tot € 5 miljoen) op de DTIF-landen.Ten opzichte van beide voorlopers zijn de criteria verruimd: zowel kleine als grotere transacties (maximale financiering tot € 15 miljoen) zijn mogelijk en zowel het MKB als grotere bedrijven verkijgen toegang tot het fonds. Het doel van DTIF is om – in combinatie met het Dutch Good Growth Fund (DGGF), dat vergelijkbare financieringsvormen biedt als het DTIF – een zo breed mogelijk landenbereik te realiseren, in al deze landen soortgelijke faciliteiten te bieden, Het DTIF gaat open op alle landen, afgezien van de DGGF landen en Europees Nederland. De Caribische landen van het Koninkrijk evenals Bonaire, Sint Eustatius en Saba komen wel in aanmerking voor DTIF.
 
Het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) bestaat uit twee onderdelen:

financiering van activiteiten van Ondernemingen/Investeringsfondsen die investeringen willen doen in DTIF-landen;
financiering van Ondernemingen/Investeringsfondsen die willen exporteren naar DTIF-landen.

De vandaag gepubliceerde beleidsregels hebben betrekking op onderdeel 1. Financiering vanuit dit onderdeel kan in verschillende vormen worden verstrekt. Het kan daarbij gaan om leningen en garanties, zowel afzonderlijk als in combinatie:

lening aan een onderneming;
lening aan een investeringsfonds met het oog op het verwerven van participaties door dit Investeringsfonds in een Onderneming (Fund in Fund financiering);
aanspraak op garantstelling.

Financiering op grond van deze beleidsregels bedraagt niet meer dan € 15 miljoen. Voor de periode van 1 september 2016 tot en met 31 december 2021 is een subsidieplafond van in totaal € 79.017.000 beschikbaar. Dit bedrag is uitgesplitst naar een deelplafond voor de op grond van de beleidsregels te verstrekken leningen ter hoogte van € 45.717.000, en een deelplafond voor de op grond van de beleidsregels te verstrekken aanspraken op garantstelling ter hoogte van € 33.300.000. Aanvragen kunnen doorlopend worden ingediend.