Nieuws
30
Aantal technische wijzigingen doorgevoerd in de SDE++
Er is een wijziging van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2021 en de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie gepubliceerd.
Naast wetstechnische wijzigingen worden enkele verduidelijkingen en inhoudelijke wijzigingen aangebracht. Zo is verduidelijkt dat de toestemming van de eigenaar voor de beoogde locatie voor het plaatsen van de productie-installatie, of, als dat niet mogelijk is, een gedoogplichtbeschikking voor de beoogde locatie moet worden overgelegd. Per abuis was eerder in de aanwijzingsregeling opgenomen dat zowel de toestemming als een gedoogplichtbeschikking nodig was.
Verder is een bepaling aan de aanwijzingsregeling toegevoegd waarin wordt bepaald dat bij de gecombineerde aanvragen voor de categorieën productie-installaties voor de afvang en de permanente opslag van koolstofdioxide en de afvang en het gebruik van koolstofdioxide de opschortende voorwaarden, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van die regeling van toepassing zijn. Dit geldt alleen als meer dan € 400 miljoen aan subsidie wordt verleend. Opgemerkt wordt dat op grond van artikel 5, eerste lid, voor de daarin genoemde categorieën productie-installaties voor de afvang en de permanente opslag van koolstofdioxide en de afvang en het gebruik van koolstofdioxide, de subsidie sowieso al onder de opschortende voorwaarden genoemd in dat artikellid wordt verleend, ongeacht het bedrag aan subsidie.
De categorieën voor verlengde levensduur van vergisting zijn bedoeld om bestaande vergisters de mogelijkheid te geven om na afloop van hun subsidieperiode nog eens twaalf jaar hernieuwbare energie te produceren. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is het daarvoor nodig om aanpassingen te doen aan deze vergisters, aangezien bepaalde componenten versleten zijn. PBL heeft in het advies over de hoogte van het basisbedrag naast operationele kosten ook kapitaalkosten meegenomen. Het is daarom ook passend om in de categorieomschrijving op te nemen dat de installatie ingrijpend gerenoveerd wordt, zodat de installatie de volledige subsidietermijn van twaalf jaar kan blijven produceren.
Voor projecten waarbij hernieuwbare of koolstofdioxide-arme warmte wordt geproduceerd is het van belang dat deze warmte nuttig wordt aangewend. Voor hernieuwbare warmte was dit reeds expliciet opgenomen. Door een toevoeging wordt verduidelijkt dat ditzelfde ook geldt voor koolstofdioxide-arme warmte. Hierbij geldt dat sommige categorieën al aanvullende vereisten aan de aanwending van de koolstofdioxide-arme warmte kenden (bijvoorbeeld toepassing voor verwarming in de gebouwde omgeving).
Tot slot zijn twee aanvullende categorieën voor de afvang en de permanente opslag van koolstofdioxide toegevoegd. Het gaat daarbij om de splitsing van twee categorieën die reeds in de aanwijzingsregeling waren opgenomen. Het uitgangspunt bij de oorspronkelijke categorieën was dat de producent zou vallen onder het systeem van verhandelbare broeikasgasemissierechten. Dat is echter niet altijd het geval. Producenten die niet vallen onder het systeem van verhandelbare broeikasgasemissierechten kunnen nu subsidie aanvragen op basis van het nieuwe artikel 83, eerste lid, onderdeel o of p, van de aanwijzingsregeling.
Zie ook: https://www.rvo.nl/actueel/nieuws/sde-2021-gewijzigd-op-enkele-punten
Contactgegevens
InnoFunding B.V.
Nieuwe Gracht 7
2011 NB Haarlem
Mail: info@innofunding.nl