Derde tranche flexibele inzet ondersteuning woningbouw

Het doel van de regeling – de opvolger van de Regeling specifieke uitkering flexibele inzet ondersteuning woningbouw tweede tranche (FIOW2) – is het bevorderen van de snelheid in de voorfase van woningbouwprojecten, zodat er sneller woningen kunnen worden toegevoegd aan de woningvoorraad.

De regeling stelt provincies in de gelegenheid om de provinciale organisatie, gemeenten, waterschappen en regionale partnerschappen met een flexibele inzet van capaciteit en expertise te ondersteunen in de planvorming en vergunningverlening voor woningbouw- en herstructureringsprojecten.

Specifieke uitkeringen worden verstrekt aan provincies, voor de financiering van capaciteitsondersteuning in de gemeentelijke of provinciale organisatie, of bij een regionaal samenwerkingsverband, of bij een waterschap, ter bevordering van:

• de vergunningverlening voor woningbouwprojecten;
• de totstandkoming van lokale of regionale integrale woonzorgvisies en het realiseren van betaalbare woningen met passende zorg en ondersteuning voor aandachtsgroepen;
• het voorbereiden van een woningbouwproject of herstructureringsproject;
• het sluiten van anterieure overeenkomsten met marktpartijen;
• het opstellen van een bestemmingsplan en het doorlopen van de bijbehorende procedure;
• het vitaal en leefbaar maken en houden van vakantieparken; of
• de transformatie van vakantieparken naar woningen.

 De specifieke uitkering bedraagt per provincie exclusief btw:

• Drenthe: € 895.757,94;
• Flevoland: € 1.418.636,16;
• Friesland: € 902.456,48;
• Gelderland: € 3.913.839,51;
• Groningen: € 1.014.617,13;
• Limburg: € 1.065.758,34;
• Noord-Brabant: € 5.560.901,76;
• Noord-Holland: € 6.738.062,53;
• Overijssel: € 1.702.547,58;
• Utrecht: € 3.086.860,91;
• Zeeland: € 916.578,54; en
• Zuid-Holland: € 8.733.700,55.

De specifieke uitkering wordt ambtshalve verstrekt in de vorm van een voorschot van 100%.