VFF-regeling uitgebreid met nieuw onderdeel voor regionale financiers

Er is een wijziging van de regeling Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie (VFF) gepubliceerd.

Concreet is een paragraaf toegevoegd waarin wordt bepaald dat op aanvraag van een zogenaamde regionale financier (vaak een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij) subsidie kan worden verstrekt in de vorm van een geldlening voor het verstrekken van geldleningen aan mkb-ondernemers of innovatieve starters ten behoeve van de financiering van vernieuwingsfase- of vroegefasetrajecten.

Voorwaarde hierbij is dat voldoende vertrouwen bestaat dat door provinciale overheden minimaal eenzelfde bedrag wordt ingebracht. Door middel van een uitvoeringsovereenkomst wordt bewerkstelligd dat het verstrekken van deze geldleningen aan mkb-ondernemers of innovatieve starters zoveel mogelijk gebeurt onder dezelfde voorwaarden als opgenomen in de bestaande onderdelen van de regeling Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie. De inzet is om de komende tijd toe te groeien naar een landsdekkende aanpak op VFF-samenwerking, waarbij sprake is van een instapmodel voor regio’s met het oog op onder andere uitfasering van bestaande ‘Proof of Concept’ (PoC) fondsen. Het streven is om de benutting van de bestaande (nationaal geldende) VFF-onderdelen gaandeweg te beperken.

Subsidie op basis van de nieuwe paragraaf wordt verstrekt in de vorm van een geldlening. Dat betekent dat een financier op basis van een overeenkomst leningnemer wordt en dat de verstrekte geldlening met inachtneming van een aantal voorwaarden moet worden terugbetaald.

Het subsidiebedrag bedraagt ten hoogste 50% van het financieringsbudget. Bovendien bedraagt de subsidie minimaal € 1 miljoen en ten hoogte € 5 miljoen per subsidieontvanger. Het resterende financieringsbudget van minimaal 50% dient te worden verkregen via provinciale overheden. Anderen (bijvoorbeeld gemeenten of kennisinstellingen) kunnen ook bijdragen aan het resterende financieringsbudget, maar het financieringsbudget dient via provinciale overheden beschikbaar te komen. Op deze manier wordt voorkomen dat vanuit een provinciaal gebied meerdere aanvragen komen. Tegelijkertijd bestaat ruimte om middelen uit bestaande fondsen te gebruiken (belangrijk is wel dat wanneer bestaande fondsen geld bevatten dat afkomstig is van de Staat, afstemming vereist is).

De nieuwe paragraaf wordt opengesteld van 1 februari 2021 tot en met 31 december 2021. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 10 miljoen. Het subsidieplafond wordt verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’.