Tijdelijke wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen

De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) wordt – zoals eerder al bekendgemaakt – met ingang van 1 oktober 2021 gesloten voor nieuwe aanvragen.

Een belangrijk deel van de Tozo-gerechtigden gaat daarmee weer over naar het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Deze overgang stelt gemeenten tijdelijk voor grote uitvoeringsproblemen als gevolg van de verwachte piekbelasting in het begin van het vierde kwartaal 2021, waardoor zelfstandigen mogelijk niet tijdig financieel geholpen kunnen worden.

Hoewel het aantal Tozo-gerechtigden gestaag is gedaald, is het de verwachting dat toch nog een aanzienlijk deel van de voormalig Tozo-gerechtigden in oktober 2021 een beroep op het Bbz 2004 zullen doen. Voor een aantal gemeenten betekent dit zelfs een viervoud van het totaal aantal jaarlijkse Bbz-aanvragen van voor de coronacrisis.

Het Bbz 2004 is daarom nu tijdelijk gewijzigd, zodat ruimte ontstaat voor de gemeentelijke uitvoering én de verwachte piekbelasting van gemeenten in met name oktober 2021 kan worden verlicht en gespreid, waardoor zelfstandigen beter financieel kunnen worden ondersteund. Het gaat om de volgende wijzigingen:

• de introductie van de tijdelijke mogelijkheid van het aanvragen van bijstand met terugwerkende kracht, voor zover de aanvraag betrekking heeft op bijstand over de kalendermaanden oktober, november of december 2021;
• het tijdelijk – voor de duur van drie maanden – buiten beschouwing laten van het vermogen van de zelfstandigen die tijdens het vierde kwartaal 2021 nieuw instromen in het Bbz 2004;
• een tijdelijke wijziging van de systematiek waarmee de hoogte van het inkomen wordt vastgesteld van zelfstandigen die tijdens het vierde kwartaal 2021 nieuw instromen in het Bbz 2004.

Bevoegdheid voor herinvoering Tozo
Tegelijkertijd met bovenstaande wijzigingen van het Bbz 2004 is in de Tozo een bevoegdheid voor de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gecreëerd om indien de omstandigheden daartoe nopen, de Tozo snel – bij ministeriële regeling – te kunnen herinvoeren.

SZW benadrukt daarbij dat de regering weliswaar niet het concrete voornemen heeft om van deze bevoegdheid gebruik te maken, maar wel voorbereid wil zijn op mogelijk snel veranderende omstandigheden die samenhangen met de coronacrisis.