Nieuwe Utrechtse subsidieregeling voor cultuur en erfgoed

De regeling bestaat uit de volgende onderdelen:

• Paragraaf 2: Regionale museale samenwerking beeldende kunst;
• Paragraaf 3: Versterken kwaliteit van de leefomgeving door middel van erfgoed;
• Paragraaf 4: Bekend en beleefbaar maken van het Verhaal van Utrecht;
• Paragraaf 5: Utrechtse Streek- en Kasteelmusea.

Paragraaf 2: Regionale museale samenwerking beeldende kunst
Subsidie op basis van deze paragraaf kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op regionale museale samenwerking beeldende kunst, bestaande uit:

• fysieke investeringen, zoals klimaat- en beveiligingsmaatregelen, om professionele tentoonstellingen mogelijk te maken;
• professionele tentoonstellingen van beeldende kunst waarbij sprake is van een samenwerking tussen twee of meerdere musea en/of tentoonstellingsorganisaties;
• onderzoek en uitvoering op het gebied van collectiemobiliteit en dan met name het uitlenen van werken.

In aanmerking komen musea en tentoonstellingsorganisaties voor beeldende kunst, met uitzondering van streek- en kasteelmusea en amateurinstellingen en -verenigingen, mits het museum, dan wel de tentoonstellingsorganisatie minimaal gedurende acht maanden per jaar vier dagen per week voor publiek toegankelijk is.

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Voor de periode 2025-2028 is jaarlijks € 30.000 beschikbaar.

Paragraaf 3 Versterken kwaliteit van de leefomgeving door middel van erfgoed
Subsidie op basis van deze paragraaf kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op het versterken van de kwaliteit van de leefomgeving door middel van het benutten van erfgoed, bestaande uit:

• a. historisch of ontwerpend onderzoek gericht op de inzet van cultuurhistorische en archeologische waarden als dragers en aanjagers van omgevingskwaliteit en als inspiratiebron bij gebiedsontwikkeling;
• b. het door middel van inventarisatie en waardering opstellen dan wel actualiseren van een cultuurhistorische of archeologische waardenkaart gericht op de bescherming van erfgoed in ruimtelijke plannen en omgevingsvisies;
• c. het opstellen van een archeologische onderzoeksagenda, gericht op de vergroting van kennis over het Utrechts verleden.

Voor onderdeel a. komen gemeenten, eigenaren van het te onderzoeken cultuurhistorisch erfgoed en partnerorganisaties erfgoed in aanmerking. Voor onderdeel b. en c. komen alleen gemeenten in aanmerking.

De subsidie bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 25.000 (onderdeel a. en c.) of maximaal € 50.000 (onderdeel b.). Voor de periode 2025-2028 is jaarlijks € 150.000 beschikbaar.

Paragraaf 4 Bekend en beleefbaar maken van het Verhaal van Utrecht
Subsidie op basis van deze paragraaf kan worden verstrekt voor activiteiten die het Verhaal van Utrecht op een vernieuwende manier zichtbaar en beleefbaar maken voor publiek.

In aanmerking komen medeoverheden en maatschappelijke non-profit instellingen.

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximumbedrag van € 50.000. Voor de periode 2025-2028 is jaarlijks € 250.000 beschikbaar.

Paragraaf 5 Utrechtse Streek- en Kasteelmusea
Subsidie op basis van deze paragraaf kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op het versterken van de Utrechtse streek- en kasteelmusea door middel van:

• a. vernieuwing van de presentatie van de collectie, waarbij aandacht is voor nieuwe perspectieven en verhalen over de streek en collectie;
• b. vergroting van de toegankelijkheid, zichtbaarheid en meerstemmigheid van Utrechtse museale collecties.

Subsidie kan worden verstrekt aan Utrechtse streek- en kasteelmusea, mits het museum minimaal gedurende acht maanden per jaar vier dagen per week voor publiek toegankelijk is.

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Voor 2025 is € 330.000 beschikbaar, waarvan € 300.000 voor vernieuwing van de presentatie van de collectie en € 30.000 voor vergroting van de toegankelijkheid, zichtbaarheid en meerstemmigheid. Voor de periode 2026-2028 is geen geld meer beschikbaar in het kader van deze paragraaf.

Aanvragen
Aanvragen kunnen jaarlijks doorlopend van 1 januari tot en met 30 september met een digitaal aanvraagformulier worden ingediend bij de provincie Utrecht.