Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

okt
27

Hoogste SDE++-claim ooit: € 16,3 miljard aangevraagd

In zijn brief gaat de minister achtereenvolgens in op het verloop van de openstelling van de SDE++ in 2023, het tegengaan van overstimulering als gevolg van overwinsten, de stand van zaken omtrent het terugbetalen van voorschotten, en de rechtszaak aangespannen tegen de staat vanwege de aanpassing van de tarieven voor monomestvergisting. Tot slot biedt Jetten ook het onderzoek naar de toekomstige stimulering van zon-PV en windenergie op land aan.

Verloop openstelling SDE++ 2023
Van 5 september tot en met 5 oktober 2023 vond de openstelling van de SDE++ 2023 plaats. Hiervoor was een openstellingsbudget van € 8 miljard beschikbaar. Gedurende de openstelling zijn 1970 subsidieaanvragen ingediend, met een budgetclaim van in totaal circa € 16,3 miljard. Dit is de hoogste claim ooit voor de SDE++. Dat toont aan dat Nederland volop bezig is met verduurzaming, aldus Jetten. De groter dan verwachte interesse in de SDE++ zal de minister ook meenemen bij het bepalen van het openstellingsbudget voor volgend jaar.

Van de totale budgetclaim is circa € 2,6 miljard afkomstig van herindieningen. Dit zijn projecten waarvoor in eerdere subsidierondes een beschikking is afgegeven, maar die om verscheidene redenen niet gerealiseerd zijn.

De openstelling in 2023 was de eerste ronde met de hekjes. Voor aanvragen binnen de domeinen moleculen, lagetemperatuurwarmte en hogetemperatuurwarmte was per domein € 750 miljoen gereserveerd. In elk van deze domeinen is voor een fors hoger bedrag aangevraagd dan het gereserveerde bedrag. In het domein moleculen is voor circa € 3 miljard aangevraagd, voor lagetemperatuurwarmte € 2,4 miljard en voor hogetemperatuurwarmte € 1,7 miljard.

Aanvragen die buiten de hekjes vallen, doen mee met het generieke budget. Zoals vorig jaar al aangegeven, zal Jetten de hoogte van de hekjes en de verhoging van de maximale subsidie-intensiteit binnen de hekjes evalueren. Deze evaluatie zal tijdig worden afgerond, zodat hij de uitkomsten kan betrekken bij de vormgeving van de openstellingsronde van 2024.

Het grootste deel van het budget is aangevraagd voor projecten voor CO2-afvang en -opslag/gebruik (CCS/CCU, € 7,6 miljard). Daarnaast valt op dat het aantal aanvragen voor hoogwaardige biomassaprojecten, zoals vergisting, vergassing en hernieuwbare brandstoffen, ten opzichte van voorgaande jaren aanzienlijk is toegenomen (van circa € 1,3 miljard in 2022 naar circa € 2,9 miljard in 2023).

Ten slotte is het hoge aantal aanvragen in de categorie lucht-water-warmtepomp opvallend (113 aanvragen met een totale budgetclaim van € 732 miljoen). Deze categorie is in 2023 voor het eerst opengezet.

De aanvragen worden op dit moment door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) beoordeeld op volledigheid en technische en financiële haalbaarheid. De verwachting is dat Jetten de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2024 over de resultaten kan informeren. Momenteel wordt de openstellingsronde van de SDE++ in 2024 voorbereid. Over de precieze invulling van de openstellingsronde wordt de Tweede Kamer begin 2024 geïnformeerd, zo schrijft de minister.

Tegengaan overstimulering door overwinsten
In de SDE++ wordt de onrendabele top van projecten vergoed, waarbij de subsidie wordt gecorrigeerd voor de daadwerkelijke marktprijs. Bij de recente marktomstandigheden van zeer hoge prijzen geldt echter niet alleen dat veel categorieën geen subsidie ontvangen, maar zelfs dat projecten hoge winsten kunnen behalen. Dit geldt met name voor projecten met relatief lage operationele kosten, zoals zon-PV en windenergie.

Op basis van de huidige regelgeving mogen de projecten deze winsten houden, ook als zij op een later moment bij lagere marktprijzen gedurende de looptijd van de beschikking weer subsidie ontvangen. Overwinsten zorgen hierdoor voor overstimulering en zetten zo de kosteneffectiviteit van de SDE++ onder druk. Dat is niet wenselijk, aldus Jetten. Bovendien heeft de Europese Commissie in de meest recente staatssteungoedkeuring voor de SDE++ de voorwaarde gesteld dat Nederland maatregelen moet treffen om overstimulering als gevolg van overwinsten tegen te gaan.

Concreet moeten vanaf 2024 voor nieuwe beschikkingen daarom de behaalde overwinsten worden verrekend met de subsidie waar SDE++-projecten recht op hebben bij lage marktprijzen. Uit de staatssteungoedkeuring volgt dat dit in ieder geval voor de categorieën zon-PV en wind op land moet gelden.

Momenteel werkt Jetten aan een wijziging van het Besluit SDEK die het mogelijk moet maken om behaalde overwinsten met subsidie te kunnen verrekenen. Bij de uitwerking hiervan baseert hij zich op het voorstel dat dit voorjaar in de marktconsultatie van PBL is gedeeld. In deze wijziging van het Besluit SDEK verwerkt hij ook de reacties van marktpartijen. De wijziging zal voor nieuwe beschikkingen gelden vanaf de openstellingsronde SDE++ in 2024.

Aankomend voorjaar zal de minister de Tweede Kamer nader informeren over de wijze waarop overwinsten met SDE++-subsidie zullen worden verrekend en de specifieke categorieën waarvoor deze verrekening gaat gelden.

Stand van zaken terugbetalen voorschotten SDE++
Veel SDE++-projecten hebben in 2021 en 2022 te hoge voorschotten ontvangen vanwege de sterk gestegen energieprijzen. Ondertussen zijn de energieprijzen weer gedaald, maar staan deze wel op een hoger niveau dan in de jaren hiervoor. Het saldo van te veel betaalde voorschotten is op dit moment circa € 1,2 miljard. Dit is vrijwel constant gebleven ten opzichte van de vorige raming, omdat de nog betaalde voorschotten in de laatste maanden 2022 ongeveer even groot waren als de terugbetalingen en inhoudingen op voorschotten daarna.

Het verschilt per project in hoeverre de te veel betaalde voorschotten verrekend kunnen worden met toekomstige voorschotten op de subsidie. Tot nu toe is in de communicatie met subsidieontvangers nadrukkelijk gewezen op de mogelijkheid en wenselijkheid om op vrijwillige basis de te veel ontvangen voorschotten terug te storten. In 2024 wil Jetten echter overgaan tot verplichte terugbetaling. Als dit in individuele omstandigheden tot problemen leidt zal worden gezocht naar maatwerkoplossingen, zodat zo min mogelijk projecten in de problemen komen en ze nog steeds gerealiseerd kunnen worden.

Stand van zaken monomestvergisting
Vlak voor de opening van de SDE++ 2023 moesten de basisbedragen voor monomestvergisting worden aangepast vanwege een fout in het advies dat daaraan ten grondslag lag. De aanpassing zelf was onvermijdelijk, mede vanwege Europese staatssteunafspraken die er zijn om overstimulering te voorkomen. Jetten heeft de fout daarom meteen nadat deze is ontdekt laten herstellen. Een tiental partijen heeft vervolgens echter een kort geding aangespannen tegen deze aanpassing van de tarieven.

De voorzieningenrechter heeft in het vonnis van dit kort geding onlangs gesteld dat voor partijen een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstaat bij de bestuursrechter. Om die reden is de zaak door de rechter niet-ontvankelijk verklaard. Ondertussen is ook gebleken dat het aangevraagde budget zowel in totaal, als binnen het domein moleculen (waar groen gas onder valt), zeer hoog is. Het is dus nog afwachten hoeveel monomestvergistingsprojecten ook met de lagere basisbedragen in aanmerking zullen komen voor subsidie.

Jetten schrijft het ongenoegen vanuit de sector over de late aanpassing ten nadele van aanvragers te begrijpen. Hij deelt de ambitie om groen gas bij te mengen, en heeft daarom gekeken welke mogelijkheden er zijn voor toekomstige verbeteringen. Hij heeft PBL gevraagd om advies uit te brengen over kleinschalige monomestvergisters voor de openstellingsronde van 2024, zodat deze passend kunnen worden gestimuleerd. Over de precieze invulling van de volgende openstellingsronde, waarbij dit advies wordt betrokken, wordt de Tweede Kamer begin 2024 geïnformeerd.

Onderzoek toekomstige stimulering zon en wind op land
Door Trinomics is een extern onderzoek uitgevoerd naar alternatieve opties voor de stimulering van zon-PV en windenergie op land. Onder meer vanwege de kans op overwinsten is de stimulering van zon-PV en wind op land door middel van de SDE++ in de huidige vorm niet meer passend.

In het bij de Kamerbrief gevoegde onderzoeksrapport 'Policy options to upscale solar PV and onshore wind beyond 2025' heeft Trinomics een breed scala van stimuleringsopties onderzocht, waarbij gebruik is gemaakt van literatuuronderzoek en beste praktijken in andere landen. Ook zijn de voor- en nadelen van de verschillende opties afgewogen en is in het onderzoek tot een aantal kansrijke opties voor de stimulering van zon-PV en windenergie op land gekomen, te weten: two-sided contracts for difference, een investeringssubsidie en een PPA (power purchase agreement)-garantiefonds.

Het rapport concludeert dat, indien uitrol van zon-PV en windenergie op land in het huidige tempo voortgezet dient te worden, een two-sided contract for difference daar het meest geschikt voor is. InvestNL heeft onderzoek laten uitvoeren naar de meerwaarde en mogelijke structuur van een PPA-garantiefonds. Ook dit rapport van Rebel Group, 'Meerwaarde van een garantiefonds voor corporate PPA’s', is bij de Kamerbrief gevoegd.

In het onderzoek door Trinomics is ook gekeken naar de mogelijkheden van deze opties om randvoorwaarden mee te nemen, zoals netcongestie, natuurinclusiviteit, circulariteit, ruimtelijke inpassing en maatschappelijk draagvlak. Het onderzoek concludeert dat alle stimuleringsopties met randvoorwaarden rekening kunnen houden. De mate waarin dat kan en wenselijk is, is afhankelijk van het type instrument en de randvoorwaarde.

De keuze voor toekomstig instrumentarium voor zon-PV en windenergie op land hangt samen met een aantal andere lopende trajecten, zoals het Nationaal Plan Energiesysteem, het NP-RES, en ook de aanpak van de krapte op het elektriciteitsnet. De uitkomsten van deze trajecten zullen medebepalend zijn voor de vraag in welke mate elektriciteitsopwek via zon-PV en windenergie op land ondersteund moet worden, en welke randvoorwaarden daarbij moeten worden meegenomen.

Jetten zal de komende tijd daarom gebruiken om te reflecteren op de resultaten van het onderzoek en om in samenhang met deze andere trajecten te bezien welk instrumentarium het meest passend is. Daarnaast zal de minister in gesprek gaan met verschillende belanghebbenden, waaronder energieproducenten en financiële instellingen. Hij laat weten de Tweede Kamer komend voorjaar verder te informeren over het voorgenomen stimuleringsbeleid voor zon-PV en wind op land.

Meer informatie
Kijk voor de gehele Kamerbrief en de bijgevoegde onderzoeksrapporten op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/10/26/kamerbrief-stand-van-zaken-sde-herfst-2023 en https://www.rvo.nl/nieuws/ruim-16-miljard-subsidie-aangevraagd-sde

Terug naar overzicht