Opnieuw steun voor COVID-19-vaccinaties door GGD’en

Op grond van de regeling kunnen specifieke uitkeringen worden verstrekt aan GGD’en voor het toedienen van COVID-19-vaccinaties. Voor de periodes van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 en van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024 zijn al uitkeringen verstrekt. Omdat ook in de tweede helft van het jaar 2024 capaciteit voor het toedienen van COVID-19-vaccinaties nodig is, wordt de regeling nu opnieuw gewijzigd.

Door de nu bekendgemaakte wijziging krijgen GGD’en een uitkering voor het in de periode van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2024 toedienen van COVID-19-vaccinaties aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde doelgroepen, namelijk mensen vanaf 60 jaar, medische (hoog-)risicogroepen en zorgmedewerkers met direct patiënt-/cliëntcontact. Zwangere vrouwen komen niet meer in aanmerking, tenzij zij tot de medische risicogroepen behoren of zorgmedewerker zijn.

Mensen die niet tot de bovenstaande doelgroepen behoren, maar bijvoorbeeld vanwege een kwetsbaar gezinslid of op advies van een behandelend arts toch een COVID-19-vaccinatie willen ontvangen, komen ook in aanmerking voor een COVID-19-vaccinatie in de najaarsronde 2024. Voor mensen die op individuele basis worden doorverwezen door hun behandelend arts, blijft de mogelijkheid bestaan het gehele jaar door een COVID-19-vaccinatie te halen.

In totaal is voor de najaarsronde 2024 van € 76.933.000 steun beschikbaar, onderverdeeld in een specifiek bedrag per GGD. Dit bedrag moet volgens VWS voldoende zijn voor het kunnen aanbieden van een COVID-19-vaccinatie aan de genoemde doelgroepen in de tweede helft van dit jaar. De uitkering per GGD wordt ambtshalve verstrekt en hoeft dus niet te worden aangevraagd. GGD’en ontvangen de beschikking uiterlijk 1 september 2024.