Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

nov
26

Kabinet maakt duidelijke keuzes in wetenschapsbeleid

Het kabinet wil duidelijke keuzes maken in zijn wetenschapsbeleid, om de maatschappelijke impact van wetenschap te vergroten. Middelen en energie zullen gerichter worden ingezet, met meer oog voor wetenschappelijke sterkten, maatschappelijke uitdagingen en economische kansen. Dit staat in de 'Wetenschapsvisie 2025, keuzes voor de toekomst', waarmee het kabinet antwoord geeft op de toenemende internationale concurrentie, de nieuwe rol van wetenschappers en grote maatschappelijke uitdagingen.

De conclusie is dat de Nederlandse wetenschap er goed voor staat en dat nationale en internationale onderzoeken vaststellen dat het Nederlandse wetenschapsstelsel ook goed presteert. Het is echter niet vanzelfsprekend dat dit dan ook een succesvolle toekomst van het stelsel betekent. Vandaar de keuzes van het kabinet.

Universiteiten moeten zich nog meer gaan profileren dan dat ze nu al doen, wetenschappelijke instituten moeten hun bestaansrecht blijven bewijzen en er zal meer ruimte en waardering moeten komen voor onderzoekers die zich bezig houden met onderwijs en kennistoepassing. De typisch Nederlandse band tussen onderzoek en onderwijs zal worden versterkt. Het kabinet kiest, naast meer focus op thema’s, er ook duidelijk voor, dat vrij en ongebonden onderzoek gewaarborgd blijft. Dit is namelijk de noodzakelijke voedingsbodem voor wetenschappelijke ontwikkelingen in de toekomst.

Wetenschappers, universiteiten, hogescholen en het bedrijfsleven zullen samen met maatschappelijke organisaties en betrokken burgers de Nationale Wetenschapsagenda gaan bepalen. Hierin komen de thema’s te staan waarop de wetenschap zich de komende tijd moet gaan richten. In deze agenda worden de krachten van de verschillende partijen gebundeld en wordt samenwerking tussen wetenschappelijke instellingen, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties gestimuleerd. De kenniscoalitie, die bestaat uit de universiteiten, hogescholen, KNAW, NWO, VNO/NCW, instituten voor toegepast onderzoek (TO2) en MKB Nederland, zal in 2015 met de invulling van de agenda komen.

Er zal structureel € 50 miljoen beschikbaar gesteld worden voor onderzoekers van universiteiten, hogescholen, en publieke kennisinstellingen die Europese onderzoeksubsidies binnenhalen. Door bij te dragen in de kosten van de matching, behouden de instellingen meer ruimte in de eerste geldstroom dat ingezet kan worden voor vrij en ongebonden onderzoek.

De promotieprikkel voor universiteiten om zoveel mogelijk promovendi te hebben, zal verlaagd worden. Van hun financiering zal maximaal 20% nog op basis van het aantal gepromoveerden zijn. Het vrijgekomen geld, dat kan oplopen tot € 95 miljoen, wordt ingezet voor de profilering van de instellingen.

De bekostiging van universiteiten wordt stabieler en voorspelbaarder, omdat er voortaan gerekend wordt met driejarige gemiddelden. Het wordt hierdoor gemakkelijker voor universiteiten om te investeren in langduriger fundamenteel onderzoek. In 2015 wordt er met de universiteiten een nieuw hoofdlijnenakkoord gesloten. Hierin zetten zij een vervolgstap in hun profilering, die zal aansluiten bij de thema’s uit de wetenschapsagenda.

Ook bij de financiering van onderzoeksvoorstellen door NWO, worden de keuzes uit de Nationale Wetenschapsagenda leidend. Het is de bedoeling dat voorstellen waarin kennisinstellingen samenwerken met bedrijven en maatschappelijke organisaties, en voorstellen met aandacht voor valorisatie en kennistoepassing, een betere beoordeling krijgen. Ook de zwaartekrachtpremies, financiering voor wetenschappelijke consortia van universiteiten die de potentie hebben om vernieuwend en invloedrijk wetenschappelijk onderzoek te verrichten, worden in 2016 ingezet op thema’s die passen bij de agenda. De belangrijkste voorwaarde bij alle beoordelingen blijft excellentie.

Er komt bij NWO een permanente nationale commissie. Deze commissie gaat middelen die besteed worden aan bijvoorbeeld databanken of grote telescopen, de wetenschappelijke infrastructuur, strategischer inzetten in lijn met de wetenschapsagenda. Een lange termijn visie en het strategischer inzetten van de middelen uit eerste en tweede geldstroom in samenhang bekeken met de faciliteiten van universiteiten, instituten en het bedrijfsleven zijn hierbij topprioriteit.

Volgens het kabinet moet NWO flexibeler en met meer slagkracht kunnen inspelen op maatschappelijke uitdagingen. Samenwerking tussen verschillende wetenschappelijke disciplines wordt belangrijker, dit ook bij de aansluiting op de wetenschapsagenda. Het is een logische stap om de verkokering bij NWO tussen de verschillende disciplines te doorbreken. Programmering en de verdeling van het budget komen bij één centrale Raad van Bestuur te liggen. Dit moet de samenwerking tussen wetenschappelijke disciplines en met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven, vergemakkelijken en versterken.

Wetenschappers moeten zich kunnen ontwikkelen op het vlak van onderwijs en van ondernemerschap en valorisatie. Bij de beoordeling van wetenschappers gaan deze punten dan ook een belangrijkere rol spelen naast het aantal publicaties. Verder is het van belang dat er voor promovendi verschillende carrièrepaden zijn. Er moeten kansen buiten de wetenschap liggen. Daarom sluit het kabinet een promotieakkoord met het bedrijfsleven, met het doel om het aantal promovendi in het bedrijfsleven en bij de overheid de komende tien jaar flink te vergroten. Om buitenlands toptalent aan te trekken, wordt de Nederlandse wetenschap meer gepromoot in het buitenland. Het aantrekken, koesteren en ontplooien van wetenschappelijk talent in Nederland is van groot belang voor de versterking van het wetenschapsstelsel en de kenniseconomie.

Door deze keuzes van het kabinet zal er sterker dan voorheen in de gaten gehouden worden of deze nog goed passen bij de veranderende maatschappelijke uitdagingen en economische kansen. De Nationale Wetenschapsagenda krijgt eens per zeven jaar een nieuwe invulling. De KNAW en de NWO zullen iedere vier jaar alle kennisinstituten moeten evalueren, wat kan leiden tot nieuwe instituten, fusies en het verdwijnen van instituten. De Balans van de Wetenschap, een analyse over het functioneren van het gehele wetenschapsbestel, zal tweejaarlijks worden uitgebracht.

Klik hier voor inzage in de 'Wetenschapsvisie 2025, keuzes voor de toekomst'. Deze is in nauwe samenspraak tot stand gekomen met vooraanstaande wetenschappers, veelbelovende wetenschappelijke talenten, de universiteiten en hogescholen, De Jonge Akademie, Science in Transition, de KNAW en NWO.

Lees hier de reacties van NWO, KNAW, STW, FOM en VNO-NCW op de wetenschapsvisie.

Terug naar overzicht