Limburg publiceert Nadere Subsidieregels Interreg V-A programma Euregio Maas-Rijn

Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg hebben in de hoedanigheid van Managementautoriteit voor het Samenwerkingsprogramma Interreg V-A Euregio Maas-Rijn 2014-2020, de Nadere Subsidieregels Interreg V-A programma Euregio Maas-Rijn gepubliceerd. INTERREG is een Europees programma gericht op het bevorderen en stimuleren van grensoverschrijdende samenwerking. De Euregio Maas-Rijn (EMR) is één van de oudste grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden. De vijf partnerregio's van EMR zijn: het zuidelijk deel van de provincie Limburg (NL), de provincie Limburg (B), de provincie Luik (B), de Duitstalige Gemeenschap (B) en het Zweckverband Region Aachen (D). Er wordt samengewerkt rondom de volgende thema's: Economie en innovatie; Arbeidsmarkt, onderwijs en opleiding; Cultuur en toerisme; Gezondheidszorg; Veiligheid; Mobiliteit en infrastructuur; Duurzame ontwikkeling; Territoriale analyse; Belangenbehartiging en regiomarketing. 
 
De subsidie wordt verstrekt voor projecten die binnen een van de vier prioritaire assen van het Samenwerkingsprogramma vallen:

Prioritaire as 1: Innovatie 2020;
Prioritaire as 2: Economie 2020;
Prioritaire as 3: Sociale inclusie en opleiding;
Prioritaire as 4: Territoriale ontwikkeling.

Daarnaast komen ook Kleinere euregionale projecten, initiatieven op het gebied van cultuur, sport en burgerengagement, in aanmerking voor subsidie.
 
Aanvragen kunnen worden ingediend door een samenwerkingsverband dat bestaat uit minimaal twee rechtspersonen uit twee verschillende lidstaten uit het programmagebied. Voor Kleine euregionale projecten geldt verder, dat het project bijdraagt aan de versterking van het samenhorigheidsgevoel van de inwoners van de EMR en/of van de contacten tussen de verschillende regio’s. Deze aanvragen kunnen doorlopend worden ingediend. Vanaf 5 augustus 2016 kunnen aanvragen voor projecten die binnen een van de vier prioritaire assen vallen worden ingediend. Deze openstelling sluit op 3 oktober 2016. De totale subsidiabele kosten van het project bedragen minimaal € 200.000.
 
In 2016 is er voor Kleine euregionale projecten totaal € 37.500 (€ 7.500 per partnerregio) beschikbaar. Van dit bedrag wordt € 5.000 (€ 1.000 per partnerregio) voor groepsbezoeken van bijvoorbeeld scholen of verenigingen, aan tentoonstellingen of evenementen gereserveerd. De partnerregio’s verdelen hun subsidiemiddelen in de regel in twee tranches.
 
Het subsidieplafond voor projecten die kunnen worden ingediend in de periode 15 augustus tot en met 3 oktober 2016 bedraagt:

Prioritaire as 1: Innovatie 2020: € 6,0 miljoen;
Prioritaire as 2: Economie 2020 € 4,5 miljoen;
Prioritaire as 3: Sociale inclusie en opleiding: € 12,0 miljoen;
Prioritaire as 4: Territoriale ontwikkeling: € 6,5 miljoen.

De bijdrage voor een project is maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Voor Kleine euregionale projecten geldt een maximum van € 2.500.