Voorstel om reikwijdte Schadefonds Geweldsmisdrijven uit te breiden

In de Staatscourant is een advies van de Raad van State gepubliceerd met een wijziging om de reikwijdte uit te breiden van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Het gaat om een wetsvoorstel om de groep nabestaanden van slachtoffers uit te breiden en om de indieningstermijn te verlengen na het plaatsvinden van het geweldsmisdrijf.

Naast slachtoffers zelf kunnen ook nabestaanden van slachtoffers in aanmerking komen voor een uitkering uit het Schadefonds. Nu komen alleen nabestaanden van slachtoffers, die als gevolg van een ernstige verkeersovertreding zijn te komen overlijden, in aanmerking voor een uitkering. Het voorstel is om deze groep uit breiden voor nabestaanden van slachtoffers van het misdrijf dood door schuld. Daarnaast is er een advies om de indieningstermijn te verlengen na het plaatsvinden van het geweldsmisdrijf van 3 jaar naar 10 jaar.

Het doel van het Schadefonds Geweldsmisdrijven is om financiële steun te verlenen aan mensen die slachtoffer zijn geworden van een geweldsmisdrijf met ernstig letsel, bijvoorbeeld diefstal met geweld, straatroof, bedreiging met een wapen, mishandeling of verkrachting, maar ook huiselijk geweld, stalking of incest. De steun bestaat uit een eenmalige uitkering van het Schadefonds. Bij het toekennen van een uitkering maakt het fonds onderscheid tussen materiële en immateriële schade. Materiële schade betreft kosten die direct het gevolg zijn van het opgelopen letsel, zoals medische kosten en verlies van inkomsten. Immateriële schade (smartengeld) dient ter compensatie van verdriet en verlies aan levensvreugde. Bij het bepalen van de immateriële schade wordt uitgegaan van verschillende letselcategorieën. Nabestaanden van individuen die door een geweldsmisdrijf om het leven zijn gekomen, kunnen ook een aanvraag voor een uitkering indienen.