Steun voor regionale aanpak laadinfrastructuur

De RAL, die deel uitmaakt van het beleid om de transitie naar elektrisch rijden te versnellen, is erop gericht om de laadinfrastructuur voor elektrische auto’s zodanig te verbeteren dat alle elektrische voertuigrijders van Nederland kunnen rekenen op gelijke basisvoorzieningen.

In het kader van de RAL zijn zes samenwerkingsregio’s ingesteld om inliggende gemeenten te ondersteunen bij de uitrol van laadinfrastructuur. Gemeenten hoeven hierdoor niet allemaal individueel een strategie te ontwikkelen en te realiseren, maar kunnen aanhaken bij een regionaal voorstel. De zes regio’s zijn als volgt opgebouwd:

• Noord-Holland, Utrecht, Flevoland (MRA-Elektrisch);
• Fryslân, Groningen, Drenthe;
• Zeeland, Zuid-Holland;
• Gelderland, Overijssel;
• Noord-Brabant, Limburg;
• G4 steden, Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht.

De zes regio’s worden vertegenwoordigd door de volgende zogeheten ontvangers: de provincies Noord-Holland, Fryslân, Zeeland, Gelderland en Noord-Brabant dan wel de gemeente Utrecht. Alleen deze zes ontvangers kunnen aanspraak maken op de specifieke uitkering, die echter ook bedoeld is voor de andere decentrale overheden van de betreffende regio.

De specifieke uitkering bedraagt ten hoogste het bedrag genoemd in de bijlage bij de regeling, voor de daarbij genoemde ontvanger in het bijbehorende jaar.

Aanvragen kunnen door middel van een plan van aanpak worden ingediend bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Voor 2023 is € 9.254.404 te verdelen, voor 2024 € 17.968.400 en voor 2025 € 12.480.000.