Aanpassing subsidieplafond voor instandhouding monumenten

Minister Bussemaker (OCW) heeft een wijziging aangebracht in het eenmalige subsidieplafond voor 2016 en 2017 voor grote gebouwde rijksmonumenten in de Subsidieregeling instandhouding monumenten. Dit eenmalige subsidieplafond wordt met € 10 miljoen verlaagd. Daarnaast wordt de verdelingswijze van het voor 2017 nog resterende deel van dit subsidieplafond aangepast. De wijzigingen zijn van toepassing op de subsidieronde 2017 (subsidieaanvragen voor de planperiode 2018–2023).

Naar aanleiding van de destijds beschikbare gegevens en verwachtingen is in februari 2016 voor de jaren 2016 en 2017 incidenteel € 20 miljoen extra budget beschikbaar gesteld voor grote gebouwde rijksmonumenten of zelfstandige onderdelen (met een herbouwwaarde van € 8,3 miljoen of meer). Daarvan is in 2016 circa € 16 miljoen niet verplicht. Op grond van de regeling schuift het resterende deel van dit eenmalige subsidieplafond door naar 2017. De Tweede Kamer heeft echter een amendement aangenomen, waarin € 10 miljoen van deze in 2016 niet verplichte middelen wordt ingezet voor de Nederlandse cultuursector. Daarom wordt het eenmalige subsidieplafond voor grote gebouwde monumenten met € 10 miljoen verlaagd.

Daarnaast wordt de regeling zodanig gewijzigd dat eventueel resterend budget, na honorering van de aanvragen voor grote gebouwde monumenten, aangewend wordt voor grote groene monumenten. Hiervan is sprake als er voor die monumenten in 2017 meer aanvragen worden ingediend dan er kunnen worden gehonoreerd. Het gaat hier om groene monumenten met subsidiabele plankosten van € 250.000 of meer.

In de subsidiesystematiek worden verder geen wijzigingen aangebracht.

De eerstvolgende openstelling van de Subsidieregeling instandhouding monumenten is van 1 februari 2017 tot en met 31 maart 2017. Met de instandhoudingssubsidie komt de overheid eigenaren van een rijksmonument tegemoet in de onderhoudskosten.