Nieuws
24
Tweede openstelling en wijziging van de TVL-regeling gepubliceerd
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de tweede openstelling van de Regeling subsidie financiering vaste lasten mkb COVID-19 (TVL) gepubliceerd.
Het doel van de TVL-regeling is om getroffen mkb-ondernemingen in staat te stellen hun vaste lasten te betalen in verband met de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19. De al aangekondigde tweede openstelling van de regeling betreft de periode oktober, november en december 2020. Het geraamde budget voor deze openstelling is € 833,5 miljoen.
Ten opzichte van de eerste openstelling zijn enkele wijzigingen aangebracht in de regeling. Ten eerste is het maximum subsidiebedrag per subsidieontvanger verhoogd van € 50.000 naar € 90.000. Ook zal de subsidie voor mkb-ondernemingen met een eet- of drinkgelegenheid worden verhoogd met een opslag. Voor deze opslag komen alleen mkb-ondernemingen in aanmerking die op 15 maart 2020 in het handelsregister waren ingeschreven met een hoofdactiviteit die valt binnen de Sbi-codes 56.10.1, 56.10.2, 56.29 en 56.30. Deze ophoging zal ambtshalve plaatsvinden, dus de betreffende ondernemers hoeven daar geen aanvraag voor in te dienen. De opslag bedraagt ten hoogste € 20.160 en wordt berekend op de volgende wijze: A x B x 2,8%. Hierbij staat A voor de referentieomzet en B voor het omzetverlies.
Verder is de reikwijdte van de regeling verruimd naar (in beginsel) alle sectoren (concreet komen alle sectoren in aanmerking, behalve kredietinstellingen, financiële instellingen, overheden, extraterritoriale organisaties, publiek bekostigde scholen en de Sbi-codes 70.1 en 97, 98). Ter uitvoering hiervan wordt de bijlage bij de regeling opnieuw vastgesteld. Voor de nieuw toegevoegde sectoren is ook het gemiddelde aandeel vaste kosten van de omzet berekend. Dit is op dezelfde wijze gebeurd als in de oorspronkelijke regeling, namelijk door de vaste lasten te delen door de bruto omzet. De vaste lasten zijn gedefinieerd als afschrijvingen op vaste activa en overige bedrijfskosten, niet zijnde inkoopwaarde van de omzet en arbeidskosten.
Onder de sectoren die nu wel in aanmerking komen voor subsidie zijn ook landbouw-, visserij- en aquacultuurondernemingen. Op grond van de tijdelijke kaderregeling gelden voor deze groepen wel nadere beperkingen. Zo mogen zij in totaal maximaal € 100.000 (voor landbouwondernemingen) en € 120.000 (voor visserij- en aquacultuurondernemingen) aan steun ontvangen. Voor alle andere ondernemingen is dit € 800.000. Dit lagere maximum geldt voor alle ondernemingen die als hoofd- of nevenactiviteit een landbouw-, visserij- en aquacultuuronderneming zijn.
Tot slot is de subsidieperiode een maand korter. Deze kortere duur werkt door in de wijze waarop de omzet in die periodes wordt bepaald, bijvoorbeeld doordat de gehele periode samenvalt met de btw-aangifte voor het vierde kalenderkwartaal. De kortere subsidieperiode heeft ook gevolgen voor de vaste lasten drempel en het minimale subsidiebedrag. Deze zijn naar rato (3/4) verlaagd. De vaste lasten drempel bedroeg € 4000 voor vier maanden, dat is nu € 3000 voor drie maanden geworden. Het minimale subsidiebedrag bedroeg € 1000 voor vier maanden, dat is nu € 750 voor drie maanden geworden.
Aanvragen kunnen van 25 november 2020 (12.00 uur) tot en met 29 januari 2021 (17.00 uur) worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Contactgegevens
InnoFunding B.V.
Nieuwe Gracht 7
2011 NB Haarlem
Mail: info@innofunding.nl