Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

nov
24

Kamerbrief over diverse zaken met betrekking tot SDE+ en SDE++

Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over een aantal onderwerpen in verband met de stimulering van hernieuwbare energie en andere vormen van CO2-reductie.

In de brief schrijft de minister onder andere over de realisatie van projecten met een SDE+-beschikking in relatie tot onder andere de gevolgen van het coronavirus, de overstimuleringstoets in de SDE++, de samenloop van de CO2-heffing en de SDE++, en de rol van de transportindicatie bij aanvragen voor hernieuwbare elektriciteit. Daarnaast gaat hij in op de gevolgen van de lage energieprijzen voor de subsidieverstrekking, en op een motie met betrekking tot het rekening houden met de hele economische levensduur in de SDE++.

Langer ontheffing voor SDE+-projecten
Dit voorjaar maakte Wiebes bekend dat alle SDE+-projecten met een realisatietermijn in 2020 met vertraging in verband met de gevolgen van het coronavirus of het gebrek aan transportcapaciteit op het elektriciteitsnet, op aanvraag één jaar ontheffing kunnen krijgen. De minister geeft nu aan deze maatregel graag te willen verlengen, waardoor deze ook van toepassing is op alle projecten met een uiterste realisatietermijn tot en met juni 2021.

Daarna zal de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) verzoeken om ontheffing weer inhoudelijk op de haalbaarheid van de realisatie toetsen. Deze maatregel heeft bewust een tijdelijk karakter en is erop gericht om projecten te ondersteunen die door onvoorziene omstandigheden in het gedrang zijn gekomen. Tegelijkertijd is het onwenselijk om budget te reserveren voor projecten die, ook met één jaar ontheffing op de realisatietermijn, niet gerealiseerd kunnen worden.

Overstimuleringstoets SDE++
In september heeft Wiebes gemeld ernaar te streven om voor de eerste openstellingsronde van de SDE++ (van 24 november tot en met 17 december 2020) geactualiseerde beleidsregels over de overstimuleringstoets te publiceren. Het doel van deze toets is om eventuele (onrechtmatige) overstimulering te voorkomen. Momenteel zijn de Beleidsregels cumulatietoets steun in het kader van de SDE+ nog van toepassing. Deze zijn op punten niet passend bij de SDE++ en deels verouderd en worden daarom aangepast. Het aanpassen kost helaas meer tijd dan eerder verwacht, waardoor Wiebes in zijn brief nu de belangrijkste onderdelen van deze toets uiteenzet. Op die manier kunnen bedrijven hiermee rekening houden bij hun subsidieaanvraag.

De overstimuleringstoets is bedoeld om overschrijding van het redelijke rendement te voorkomen, in lijn met het milieusteunkader en de staatssteungoedkeuring van de Europese Commissie. Uitgangspunt van de toets is dat alle direct aan het project gerelateerde kosten, zoals investeringskosten en operationele kosten maar ook operationele opbrengsten, worden opgevoerd. De opgave voor de toets moet worden voorzien van een verklaring van een accountant.

Gedurende de looptijd van de beschikking kan ook een hertoets plaatsvinden op initiatief van de minister of op verzoek van de producent (maximaal drie keer). Als er bij een toets wordt vastgesteld dat er sprake is van overstimulering, dan wordt de hoogte van de subsidie voor de resterende looptijd verlaagd. Tot nu toe werd de maximale subsidiabele productie aan het einde van de looptijd gekort. Indien de subsidie wordt gekort, is zoals bij elk besluit bezwaar en beroep mogelijk.

Voor de uitvoering werkt RVO inmiddels aan een toepassing waardoor de meetdata die nodig zijn voor het uitkeren van de subsidies gemakkelijk en zorgvuldig door meetbedrijven kunnen worden aangeleverd. In de volgende aanpassing van de SDE++-regelgeving wil Wiebes daarom als eis opnemen dat producenten toestemming geven aan het meetbedrijf om deze data via deze toepassing aan RVO te verstrekken. Op deze manier kunnen de meetbedrijven ook voor alle technieken die niet werken met garanties van oorsprong de meetdata direct naar RVO sturen.

CO2-heffing niet gecorrigeerd in de SDE++
Wiebes geeft verder aan niet voornemens te zijn om binnen de SDE++-regeling te corrigeren voor de CO2-heffing. Het doel van de CO2-heffing is namelijk om te borgen dat de industrie de investeringen doet die nodig zijn voor het behalen van het reductiedoel. Het doel is niet om collectieve middelen op te halen, noch om de businesscase voor verduurzaming voor de betreffende bedrijven te verbeteren.

De SDE++ en de CO2-heffing volgen hierbij de wortel- en stokgedachte en borgen dat de beide doelen van het hoofdstuk industrie uit het Klimaatakkoord worden gerealiseerd, namelijk CO2-reductie in de industrie zekerstellen én Nederland aantrekkelijk houden voor investeringen door verduurzamende industrie. Voor de afvang en opslag van CO2 geldt dat voor nieuwe installaties een uitvoeringsovereenkomst moet worden afgesloten waarbij een bankgarantie wordt overgelegd. Om te borgen dat betrokken partijen door dit vraagstuk geen financiële risico’s lopen, heeft de minister in een eerder stadium aan hen aangegeven deze bankgarantie niet in te winnen als zij hun project niet wensen door te zetten als binnen de SDE++ een correctie plaatsvindt voor de nationale CO2-heffing.

Transportindicatie werkt
Sinds het najaar van 2019 is bij subsidieaanvragen voor hernieuwbare elektriciteit een transportindicatie van de netbeheerder verplicht. Deze indicatie wordt niet verstrekt als kan worden aangetoond dat er geen transportcapaciteit beschikbaar is. De netbeheerder doet dit middels een openbaar congestiemanagementonderzoek. Hiermee wordt het risico beperkt dat er subsidiebeschikkingen worden afgegeven voor projecten in gebieden waar geen ruimte op het elektriciteitsnet is. Daarbij geldt dat een transportindicatie geen garantie is op transportcapaciteit. Voor een deel van de projecten zal uiteindelijk blijken dat er geen transportcapaciteit is.

Inmiddels zijn er twee openstellingsrondes van de SDE+ geweest waarin deze transportindicatie verplicht was. Het middel werkt goed en draagt eraan bij dat er met name aanvragen voor zon- en windprojecten worden gedaan in gebieden waar op het elektriciteitsnet nog voldoende ruimte is, aldus Wiebes.

Gevolgen lagere energieprijzen
De SDE++ vergoedt in principe de onrendabele top van hernieuwbare energieprojecten en andere CO2-reducerende technieken. Dat is het verschil tussen de kostprijs en de marktwaarde van het geleverde product. Om ervoor te kunnen zorgen dat met de beschikbare middelen zoveel mogelijk CO2 kan worden gereduceerd, wordt de maximale subsidie beperkt door de basisprijs. Als de marktwaarde van het product onder de basisprijs zakt, stijgt de uitgekeerde subsidie niet meer mee. Dat is op dit moment het geval in verband met de lage energieprijzen.

Wiebes geeft aan zich bewust te zijn van de impact die dit voor projecten kan hebben. De SDE++-subsidie wordt echter verstrekt over de gehele looptijd van een project waarbinnen de energieprijs fluctueert. De regeling is zo ingericht dat er langetermijnduidelijkheid is over de subsidievoorwaarden. De risico’s zijn zodoende bij subsidieaanvragers bekend. In de berekeningen van de benodigde subsidiehoogtes wordt daarnaast rekening gehouden met een vergoeding voor het risico dat projecten lopen. Zoals bijvoorbeeld de Klimaat- en Energieverkenning laat zien wordt er voor de langere termijn verwacht dat de energieprijzen weer zullen stijgen. Daarmee is de huidige situatie naar verwachting dus van tijdelijke aard, zo schrijft de minister.

Economische levensduur projecten SDE++
Naar aanleiding van de motie Dik-Faber c.s., waarin verzocht wordt om in kaart te brengen hoe in de SDE++ voor alle technieken de gehele economische levensduur mee kan worden genomen in de berekening van de CO2-reductie, geeft Wiebes aan in overleg met het PBL en de relevante brancheverenigingen een traject te zijn gestart om dit te onderzoeken met het oog op de openstelling van de SDE++ volgend jaar. De Tweede Kamer zal begin volgend jaar nader geïnformeerd worden over de uitkomsten van dit traject in de Kamerbrief over de SDE++-openstellingsronde in 2021.

Kijk voor meer informatie op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/11/24/kamerbrief-voortgang-stimulering-duurzame-energieproductie-en-klimaattransitie

Terug naar overzicht