Subsidie coöperatieve energieopwekking gewijzigd

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking (SCE) gewijzigd.

De wijziging heeft betrekking op de aanvraagvereisten, de zeggenschap van een coöperatie, het postcoderoosvereiste bij een vereniging van eigenaars (VvE), alsmede de toekomstige inwerkingtreding van de Omgevingswet.

De nu doorgevoerde wijzigingen komen voort uit de in 2021 opgedane eerste ervaringen met de regeling. Daaruit blijkt dat de regeling op enkele punten verduidelijking of wijziging behoeft, aldus EZK. De wijzigingen komen vlak voor de onlangs bekendgemaakte nieuwe openstelling van de regeling, van 1 maart 2022 tot en met 1 december 2022.

De wijzigingen
Ten eerste wordt toegevoegd dat een coöperatie bij het indienen van een aanvraag voor subsidie, voortaan ook de notariële akte van oprichting van de coöperatie moet overleggen. Op deze manier kan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) het bestaan en de status van de coöperatie controleren.

Ook wordt gewijzigd dat bij de aanvraag voor subsidie voor een productie-installatie die gebruik maakt van zonne-energie, niet alleen gevraagd wordt om de intekening van de aangevraagde productie-installatie op de locatie, maar ook van de reeds aanwezige of nog te realiseren productie-installaties die gebruik maken van zonne-energie. Dit is nodig om inzichtelijk te krijgen of er daadwerkelijk ruimte voor de installatie op de locatie is.

Verder wordt de realisatietermijn voor een productie-installatie die gebruik maakt van zonne-energie met zes maanden verlengd van achttien maanden naar twee jaar. Dat sluit aan bij de SDE++, waarbij ook een termijn van twee jaar is opgenomen. Gebleken is dat een termijn tot twee jaar in de praktijk veelal nodig is voor realisatie van een productie-installatie.

Een andere wijziging betreft de bepaling over de zeggenschap van een coöperatie. Er was al bepaald dat ieder lid van de coöperatie één stem heeft in de algemene ledenvergadering. Hieraan wordt nu toegevoegd dat ook personen die geen lid zijn van de coöperatie maar wel deel uitmaken van andere organen van de coöperatie, in de algemene ledenvergadering stemrecht kunnen krijgen over de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen productie-installatie, mits ze elk niet meer dan één stem krijgen.

Ook wordt gewijzigd dat het overleggen van een kopie van de inschrijving van de akte van vestiging van het recht van opstal niet meer nodig is. Voortaan kan worden volstaan met het overleggen van een kopie van de akte van vestiging van het recht van opstal zelf. Het overleggen van de kopie van inschrijving is voor RVO niet noodzakelijk gebleken om te kunnen controleren of voldaan wordt aan het vereiste van recht van opstal, als dat van toepassing is.

Het postcoderoosvereiste voor VvE’s wordt versoepeld: niet alle leden, maar 90% van de leden van de VvE moet op het moment van indienen van de aanvraag in de postcoderoos wonen, zoals die is aangegeven in de aanvraag. Daarmee wordt de mogelijkheid voor een gemengde VvE (dat wil zeggen een VvE in een complex waar zowel eigenaars als huurders wonen) om deel te nemen aan de regeling enigszins vergroot. Deze versoepeling is beperkt tot een VvE, omdat een VvE – anders dan een coöperatie – geen alternatief heeft wat betreft de populatie van leden en de postcoderoos.

Tot slot wordt de regeling gewijzigd voor als de Omgevingswet inwerking treedt, zodat de regeling dan aansluit op het vergunningenstelsel van de Omgevingswet.