Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

okt
23

Verlenging én wijziging SLIM-regeling op komst

De regeling is recent geëvalueerd met positief resultaat en daarom wil het kabinet de regeling met vijf jaar verlengen tot 1 januari 2030. Daarbij worden bovendien meteen enkele verbeterpunten vanuit de evaluatie opgepakt.

De geplande verlening en wijziging van de regeling heeft onlangs ook al opengestaan voor internetconsultatie. Naast enkele vragen voor verduidelijking van een aantal wijzigingen zijn hierop eigenlijk alleen maar positieve reacties op binnengekomen, zo meldt Van Hijum. Hieronder een kort overzicht van de naar aanleiding van de evaluatie door te voeren wijzigingen in de SLIM-regeling.

Ander subsidiepercentage
Uit de evaluatie blijkt dat een deel van de aanvragers de activiteiten ook zonder subsidie zou hebben uitgevoerd. Dit terwijl het beschikbare SLIM-budget telkens overvraagd wordt. Hierom is besloten dat het subsidiepercentage voor kleine mkb-ondernemingen wordt verlaagd van 80% naar 60%. Daarmee geldt voor alle type ondernemingen voortaan hetzelfde subsidiepercentage.

Aangepaste subsidiabele activiteiten
Vanwege gewijzigd beleid komen voortaan twee eerdere subsidiabele activiteiten niet langer voor SLIM-subsidie in aanmerking. Dat geldt allereerst voor praktijkleerplaatsen ten behoeve van een beroepsopleiding of een deel daarvan in de derde leerweg bij een erkend leerbedrijf. Er is nu immers, anders dan bij de start van de SLIM-regeling, een andere subsidie voorhanden met de Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg (SPDL) die wordt verlengd tot en met 2031. Daarom wordt dit onderdeel uit de SLIM-regeling gehaald.

Ten tweede komt het aparte hoofdstuk voor grootbedrijven uit de sector landbouw, horeca en recreatie te vervallen. Dit hoofdstuk is in het verleden aan de SLIM-regeling toegevoegd op basis van een tijdelijke financiële impuls van vier jaar. Met het vervallen van deze impuls per 2024 vervalt ook deze extra aanvraagmogelijkheid. Uit de monitoring van de SLIM-regeling blijkt bovendien ook dat deze mogelijkheid niet veel benut is door grootbedrijven uit de betreffende sectoren.

Daarnaast moeten initiatieven van een samenwerkingsverband voortaan altijd uit activiteit c (het ondersteunen en begeleiden bij het ontwikkelen of invoeren van een L&O-methode) bestaan. De intentie van subsidie aan samenwerkingsverbanden is namelijk dat dankzij samenwerking initiatieven op grotere schaal ingezet kunnen worden en leren en ontwikkelen niet wordt gestimuleerd in één enkele onderneming maar in bijvoorbeeld een hele regio of hele sector. Dit maakt dat invoering van een methode vereist is. Het effect van de initiatieven kan daarmee veel groter zijn en zorgen voor een sterkere leercultuur in het mkb als geheel. Het gevolg van deze wijziging is ook dat de subsidiabele kosten van een samenwerkingsverband altijd ten minste € 210.000 moeten zijn.

Andere administratieve vormgeving
Om de administratieve lasten voor ondernemers zo laag mogelijk te houden, worden ook enkele aanpassingen doorgevoerd. Zo worden subsidies van minder dan € 25.000 voortaan ambtshalve vastgesteld, er hoeft dan geen verzoek tot vaststelling meer te worden ingediend. Ook hoeft er geen evaluatieverslag meer te worden gemaakt en wordt bet bijhouden van een administratie voor subsidies onder de € 25.000 niet langer vereist. Verder wordt er voortaan meer met vaste formats gewerkt. Ook geldt een kortere beslistermijn, waardoor ondernemers eerder weten of zij de subsidie daadwerkelijk krijgen.

Overige wijzigingen
In de SLIM-regeling wordt voortaan benadrukt dat activiteiten niet subsidiabel zijn wanneer zij alleen ten goede komen aan de bestuurders van een onderneming of degene die de onderneming drijft. Dit moet verduidelijken dat activiteiten niet gericht mogen zijn op de ondernemer zelf, aangezien het doel is om de leercultuur te bevorderen en het dan om een onderneming met meerdere werknemers moet gaan. Dit neemt niet weg dat een ondernemer ook zelf deel mag nemen aan de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zolang de onderneming maar andere werkenden heeft die ook deelnemen aan deze activiteiten.

Verder zijn de regels rond loting zodanig verduidelijkt dat per aanvrager slechts één aanvraag van gelijke strekking in behandeling wordt mee geloot. Dit moet ertoe leiden dat de loting zo eerlijk mogelijk verloopt en iedereen een gelijke kans op toewijzing van SLIM-subsidie krijgt.

In de praktijk komt het voor dat aanvragers meer tijd nodig hebben om een SLIM-initiatief te voltooien. In de regeling wordt daarom nu expliciet de mogelijkheid opgenomen voor de aanvrager om te verzoeken om uitstel en voor de minister om te bepalen dat het initiatief ook na de maximale looptijd mag zijn afgerond. Voorwaarde voor dit laatste is wel dat het niet op tijd kunnen afronden van het initiatief komt door omstandigheden die niet aan de aanvrager kunnen worden toegerekend. Bovendien kan het uitstel nooit meer bedragen dan drie maanden na de maximale looptijd.

Bij subsidies die € 125.000 of meer bedragen zal een aanvrager op grond van de Kaderregeling een financieel verslag moeten voegen dat vergezeld gaat van een controleverklaring die is opgesteld door een accountant. Omdat het opstellen van een dergelijke verklaring geld kost en deze kosten voortkomen uit een verplichting die van overheidswege is opgelegd, komen ook de kosten van het opstellen van een controleverklaring voortaan in aanmerking voor vergoeding op grond van de SLIM-regeling. Hierbij geldt dan een vaste vergoeding van € 3000.

Aan de SLIM-regeling is tot slot een algemene hardheidsclausule toegevoegd om in individuele gevallen een oplossing te kunnen bieden voor situaties die te onevenredig uitvallen voor aanvragers.

Meer informatie
Kijk voor meer informatie op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/10/23/aanbiedingsbrief-verlenging-slim-regeling

Terug naar overzicht