Nieuws
23
Nationale regeling Eurostarsprojecten vereenvoudigd
Er is een wijziging van de regeling Eurostarsprojecten (EUROSTARSNL) gepubliceerd. Aanleiding voor de wijziging is het nieuwe Eurostars-programma voor de periode 2021-2027 (EUROSTARS).
Vanwege wijzigingen in het nieuwe programma om het beoordelingsproces te versnellen en het aanvraagproces te vereenvoudigen, is besloten om de (nationale) regeling Eurostarsprojecten aan te passen. Naast aanpassingen die volgen uit de wijziging van de internationale Eurostarsregeling hebben de wijzigingen tot doel om het Nederlandse aanvraagproces te vereenvoudigen en om het programma nog aantrekkelijker te maken voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf (mkb).
Ten eerste is een wijziging aangebracht om te borgen dat bij een Nederlandse subsidieaanvraag altijd een ondernemer betrokken is. Een Nederlands samenwerkingsverband van een Eurostarsproject moet nu in ieder geval een ondernemer bevatten en ook moet de penvoerder een ondernemer zijn. Onderzoeksorganisaties kunnen als projectpartner in een Nederlands samenwerkingsverband deelnemen, maar kunnen niet als de penvoerder optreden of als enige Nederlandse partij een subsidieaanvraag indienen. Het inperken van het penvoerderschap tot ondernemers zal naar verwachting tot een hoger aandeel mkb leiden. Alleen organisaties die bijdragen aan een Eurostarsproject, kunnen deelnemen. Het is dus niet mogelijk dat een ondernemer alleen deelneemt aan een Nederlands samenwerkingsverband voor de administratieve penvoerdersactiviteiten, deze onderneming draagt immers niet inhoudelijk bij aan het Eurostarsproject.
Daarnaast zijn de percentages voor de steunintensiteit aangepast. Er wordt gebruik gemaakt van een vast subsidiepercentage voor industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling, waarbij onderscheid wordt aangehouden tussen ondernemers en onderzoeksorganisaties. De Nederlandse aanvraag is hierdoor eenvoudiger in te vullen en sluit beter aan bij de internationale Eurostarsregeling. De beoordeling van de subsidiabele kosten zal duidelijker zijn voor de aanvrager. Door onderscheid te houden tussen ondernemers en onderzoeksorganisaties blijft de regeling aantrekkelijk voor beide waarbij de gehanteerde vaste subsidiepercentages binnen de reikwijdte van de algemene groepsvrijstellingsverordening blijven.
Voor industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling wordt gebruik gemaakt van een vast subsidiepercentage van 25% van de subsidiabele kosten. Daarbij komt een mkb-ondernemer nog steeds in aanmerking voor een verhoging van het subsidiepercentage met 10 procentpunten. Tevens is in de mogelijkheid voorzien voor verhoging van 15 procentpunten, indien het project daadwerkelijke samenwerking behelst. Voor onderzoeksorganisaties wordt voor industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling gebruik gemaakt van een vast subsidiepercentage van 50% van de subsidiabele kosten.
Contactgegevens
InnoFunding B.V.
Nieuwe Gracht 7
2011 NB Haarlem
Mail: info@innofunding.nl