Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

jun
23

'€ 1 miljard subsidie levert niet per se meer huizen op'

De onderbouwing voor de rijksbijdrage schiet namelijk tekort. Het ontbreekt aan betrouwbare informatie of er door de regeling sneller, betaalbaarder en meer huizen gebouwd worden, aldus de Algemene Rekenkamer. Het nieuwe kabinet wil echter opnieuw € 1 miljard uitgeven via de Woningbouwimpuls.

Toenmalig minister Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft geclaimd dat er bijna 140.000 woningen bij zijn gekomen dankzij de stimuleringsmaatregel. Die claim heeft zij onvoldoende aannemelijk gemaakt, schrijft de Algemene Rekenkamer in het rapport 'Aanpak woningtekort'.

De nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (De Jonge) kondigt in reactie op de onderzoeksbevindingen aan op onderdelen het rijksbeleid aan te scherpen. Het financiële instrument Woningbouwimpuls blijft daarbij volgens de minister wel een kernelement om de woningbouw in heel Nederland te stimuleren.

Rijkssubsidie voor 93 bouwprojecten
De Woningbouwimpuls was de belangrijkste maatregel van het kabinet-Rutte III om het oplopende woningtekort aan te pakken. Daartoe werd in 2019 besloten. In de twee jaar daarna werden 93 door gemeenten voorgedragen bouwprojecten goedgekeurd voor de rijksbijdrage.

De resultaten die het kabinet tot einde 2021 heeft geboekt met de bijna € 1 miljard steun zijn dus echter onvoldoende onderbouwd. De informatie die gemeenten aan de minister rapporteren is onvoldoende betrouwbaar om daar de effecten van de regeling uit af te leiden.

Bij het beoogde effect om sneller woningen te bouwen is geen rekening gehouden met mogelijke verdringing: andere woningbouwprojecten krijgen geen rijksbijdrage en kunnen daardoor, mede door schaarste aan bouwvakkers, -materialen en ook ambtenaren, later of niet uitgevoerd worden.

Volgens de Algemene Rekenkamer is er dan ook een reëel risico dat het Rijk via de Woningbouwimpuls heeft bijgedragen aan projecten die er ook zonder aanvullende rijksfinanciering zouden zijn gekomen. Harde cijfers zijn er echter nog niet; alle projecten moeten namelijk nog opgeleverd worden.

Tekorten en bijdrage per woningmarktregio
Verder biedt de Woningbouwimpuls geen harde garantie dat de gesubsidieerde huizen in de middenhuur en betaalbare koop op langere termijn betaalbaar blijven voor een breed publiek. In het rapport geeft de Algemene Rekenkamer aan dat de omvang van het woningtekort door de minister als een te absoluut cijfer wordt gepresenteerd.

Om in aanmerking te komen voor de woningbouwimpuls was de mate van woningtekort in een gemeente geen doorslaggevend criterium. Daarom kregen ook gemeenten in regio's met een relatief beperkt tekort aan huizen geld uit deze rijksregeling.

Opvallend is verder dat de rijksbijdrage per huis relatief laag is: in ongeveer de helft van deze gevallen minder dan € 5258. Zulke bedragen hebben het risico van een cadeau-effect: mooi meegenomen voor de gemeente, maar verder geen aantoonbaar effect.

'Exact additioneel effect niet te bepalen'
In zijn reactie op het onderzoek stelt minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening dat onmogelijk vastgesteld kan worden wat de Woningbouwimpuls als zodanig bijdraagt aan de woningbouw. Hij kondigt aan steviger toe te zien dat gesubsidieerde woningen betaalbaar blijven.

De Algemene Rekenkamer heeft echter grote twijfel of de regeling in de huidige vorm tot de beoogde doelen leidt. De minister zou op zijn minst de effecten van het rijksgeld plausibel moeten maken. Wordt ervoor gekozen met de Woningbouwimpuls door te gaan, dan kunnen de aangedragen aanbevelingen de risico's op niet doelmatige inzet van publiek geld wel beperken, zo stelt de Algemene Rekenkamer.

Kijk voor meer informatie op: https://www.rekenkamer.nl/actueel/nieuws/2022/06/23/pb

Terug naar overzicht