Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

mrt
23

Meer duidelijkheid over vervolg van de KiPZ-regeling

Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de evaluatie van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg (KiPZ of KPZ).

Ook heeft de minister meer informatie bekendgemaakt over het vervolg van de huidige Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020-2022 (KPZ20) na 2022.

Sinds 2014 kunnen ziekenhuizen, UMC's en zelfstandige klinieken voor medisch specialistische zorg subsidie ontvangen op grond van de KiPZ-regeling. De regeling ondersteunt instellingen bij het strategisch opleiden en ontwikkelen van zorgpersoneel. In het hoofdlijnenakkoord Medisch Specialistische Zorg 2019-2022 is afgesproken dat de KiPZ-regeling wordt voortgezet tot en met 2022.

De evaluatie
Eind 2021 is aan Berenschot de opdracht gegeven om de regeling te evalueren. De belangrijkste bevindingen van de evaluatie zijn als volgt:

  • de regeling geeft een impuls aan de kwaliteit van zorgpersoneel doordat hun kennis en vaardigheden meer passend zijn om een toenemende complexere zorgvraag aan te kunnen;
  • het is niet bekend in hoeverre het opleiden ook strategisch gebeurt. De kaders in de regeling voor de besteding zijn ruim geformuleerd zodat ingespeeld kan worden op de specifieke opleidingsbehoefte van het zorgpersoneel en van de instelling. Dit leidt tot ruimte bij de instellingen om de KiPZ-middelen naar behoefte in te zetten, bijvoorbeeld op specifieke thema's of voor specifieke doelgroepen. Daarmee ontstaat een grote verscheidenheid tussen ziekenhuizen en klinieken in hoe de middelen worden besteed;
  • het merendeel van de KiPZ-middelen wordt gebruikt voor noodzakelijke bij- en nascholing van personeel. Het grootste deel van de opleidingsactiviteiten is gericht op het zorgpersoneel. In mindere mate gaan de gelden naar opleidingen voor leidinggevenden, facilitaire, kwaliteits- en/of administratief medewerkers;
  • instellingen zijn positief over de regeling. Ziekenhuizen en klinieken geven aan dat KiPZ-middelen essentieel zijn voor het opleiden van personeel en dat dit niet (volledig) uit eigen middelen te bekostigen is;
  • ziekenhuizen en klinieken vinden de administratieve last hoog, maar wel redelijk in verhouding met het bedrag dat zij ontvangen;
  • positieve neveneffecten van de regeling zijn verhoogde opleidingsbereidheid bij zorgpersoneel, een professionaliseringsslag bij organisaties en meer samenwerking binnen en tussen instellingen.


Op basis van deze bevindingen doet Berenschot een aantal aanbevelingen ten aanzien van het vervolg. Zo adviseert Berenschot nadrukkelijk om het momentum van het nieuwe coalitieakkoord te benutten om nut en noodzaak van de regeling in de huidige vorm te heroverwegen. Daarbij wordt wel het belang benadrukt om geoormerkt geld beschikbaar te houden, zodat het opleiden en ontwikkelen van medewerkers niet wordt verdrongen door andere prioriteiten.

De regeling na 2022
Gelet op het belang van het leren en ontwikkelen van medewerkers in de zorg, in combinatie met de uitkomsten uit het evaluatierapport, heeft minister Helder nu besloten om de regeling met één jaar te verlengen, tot 1 januari 2024. Voor het subsidiejaar 2023 zullen wel enkele aanpassingen in de regeling worden gedaan met betrekking tot onder andere de verantwoording.

Het jaar 2022 wil de minister vervolgens benutten om samen met partijen uit het veld te verkennen hoe het leven lang ontwikkelen binnen de sector het beste duurzaam verankerd kan worden. Het is in eerste instantie aan de werkgevers om ruimte te geven aan zorgmedewerkers zodat zij zich kunnen blijven ontwikkelen. De afgelopen jaren zijn werkgevers hierin ondersteund vanuit VWS met onder andere de KiPZ-regeling en het SectorplanPlus Zorg & Welzijn (SPLUSZW).

De komende tijd wordt verkend of en zo ja op welke wijze ondersteuning ten behoeve van het leven lang ontwikkelen mogelijk is vanuit één sectorbrede regeling. Daarbij zal de aansluiting worden gezocht met de ambities voortkomend uit de vervolgaanpak voor de arbeidsmarkt in de zorg, waarvan de minister de hoofdlijnen binnenkort met de Tweede Kamer zal delen. Ook kan dan de samenhang worden bezien met het te sluiten integraal zorgakkoord en het opleidingsakkoord VVT, zo schrijft Helder.

Zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/03/22/kamerbrief-over-evaluatie-en-vervolg-subsidieregeling-kwaliteitsimpuls-personeel-ziekenhuiszorg

Terug naar overzicht