Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

okt
22

VWS vult subsidiebezuiniging van € 252 miljoen in

Structureel is er voor VWS-subsidies, zonder korting, ongeveer € 1,8 miljard beschikbaar. Een korting van € 252 miljoen betekent een korting van ongeveer 14%. In de ontwerpbegroting 2025 is de korting reeds generiek verwerkt op alle subsidiebudgetten, dus met een korting van ongeveer 14%. Daarbij is ook aangegeven dat dit niet de definitieve invulling zou zijn. VWS zou de Tweede Kamer met een Nota van Wijziging over de beleidsmatige invulling informeren. Deze nota heeft Agema nu meegestuurd met haar brief.

De overweging op hoofdlijnen
De afgelopen tijd heeft VWS gewerkt aan de invulling van de taakstelling. Een generieke korting van 14% op alle subsidiebudgetten is volgens de minister niet mogelijk en niet wenselijk. Zo wordt er subsidie verstrekt voor bevolkingsonderzoeken, abortuszorg en het Rijksvaccinatieprogramma waarbij met een korting van 14% moet gekozen worden welke mensen dan wel en welke niet in aanmerking komen voor respectievelijk deelname aan een bevolkingsonderzoek, een abortus of een vaccinatie. Of in het voorbeeld van gespecialiseerde cliëntondersteuning, welke cliënten ontvangen die dan wel en welke niet?

In de ogen van Agema is het niet mogelijk en niet wenselijk om op deze medische en preventieve zorg en ondersteuning te korten. Door het ontzien van deze subsidies is het automatische gevolg dat de opgave voor het overige subsidielandschap groter wordt dan 14%. Daarom is de afgelopen periode benut om een integrale afweging te maken op welke regelingen en of middelen in de begroting wel gekort kan worden. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsoverwegingen hebben daarbij een rol gespeeld. Ook is gekeken naar het solidariteitsbeginsel in aanspraken en welke regelingen aansluiten bij de politieke prioriteiten en of er wel sprake is van een primaire overheidstaak. Vanuit deze overwegingen zijn onder meer onderstaande keuzes gemaakt.

Opleidingen en arbeidsmarkt: Stagefonds stopgezet
Vanuit het ministerie wordt de arbeidsmarkt op verschillende manieren ondersteund; door beschikbaarheidsbijdragen voor de verschillende sectoren vanuit de premie gefinancierde uitgaven, vanuit bestuurlijke afspraken en ook met specifieke subsidieregelingen. Op het terrein van een specifieke regeling is besloten om, ook gesteund door onderzoek van de Algemene Rekenkamer, de regeling niet te verlengen na 2027. Het betreft het Stagefonds. Op dit moment is er € 122 miljoen per jaar beschikbaar voor deze individuele subsidieregeling, oftewel de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II (STAGEZORG2011).

Met deze regeling kunnen zorgaanbieders een vergoeding krijgen voor stageplekken, om de werkgeverskosten voor begeleiding te vergoeden. Uit het onderzoek van de Rekenkamer blijkt dat het grootste knelpunt het gebrek aan stagebegeleiders is, niet de financiering. Volgens de Rekenkamer is het Stagefonds ondoelmatig. Het niet voortzetten van deze regeling levert vanaf 2028 € 122 miljoen per jaar op. Om de ambities op het terrein van arbeidsmarkt uit het Regeerprogramma te verwezenlijken, blijft er vanuit het stopzetten van het Stagefonds wel € 40 miljoen beschikbaar voor de leidraad Vakmanschap en Werkplezier en het maken van afspraken in de akkoorden.

Subsidie intergenerationeel wonen stopt
Sinds 2023 is de Subsidieregeling intergenerationeel wonen (SIW) beschikbaar. Deze regeling is bedoeld om jongeren te stimuleren in geclusterde woonvormen te wonen waar overwegend ouderen wonen. Van de regeling wordt tot op heden zeer beperkt gebruik gemaakt. In 2023 en 2024 is er namelijk voor minder dan € 1 miljoen subsidie aangevraagd. Dit maakt dat de huidige regeling niet wordt voorgezet na 2025. Alleen in het jaar 2025 kan nog voor een beperkt bedrag een aanvraag worden gedaan. Vanaf 2028 is er € 16 miljoen beschikbaar voor de bevordering van sociale cohesie om zo een bijdrage te leveren aan de zorg. Er wordt nog bezien hoe dit beleid het beste vorm kan krijgen.

Korting op budget voor de BOSA-regeling
In 2025 is er € 74 miljoen beschikbaar voor de Subsidieregeling bouw en onderhoud en sportaccommodaties (BOSA). Ongeveer een derde van de BOSA-middelen wordt op dit moment toegekend aan duurzaamheidsmaatregelen van sportverenigingen. Dat gaat op een budget van € 74 miljoen om een bedrag van ongeveer € 25 miljoen aan subsidie voor verduurzaming per jaar. Omdat het aandeel in de BOSA-regeling dat wordt uitgegeven aan duurzaamheidsmaatregelen over de jaren stijgt, wordt vanaf 2026 een besparing van € 28 miljoen op de BOSA-regeling ingeboekt.

Dit om ervoor te zorgen dat naast zorg- en welzijnsorganisaties ook sportverenigingen voor de financiering van duurzaamheidsmaatregelen vanaf 1 april 2025 gebruik kunnen maken van de Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA), wat nu nog niet het geval is. Daarbij is 2025 een overgangsjaar, waarbij sportverenigingen voor verschillende maatregelen zelfs een beroep kunnen doen op zowel de BOSA als de DUMAVA. Op deze manier tracht VWS de korting op de BOSA op te vangen.

Voor de jaren 2028 en 2029 is een verder oplopende korting ingeboekt op de BOSA-regeling tot € 53 miljoen. Dat heeft VWS gedaan om zware bezuinigingsreeksen in 2028 en 2029 op bijvoorbeeld cruciale sportinfrastructuur of het topsportprogramma te voorkomen. Om de impact op sportverenigingen verder te verzachten beziet VWS daarbij samen met de ministeries van VRO en KGG hoe de verduurzaming van de sport blijvend gestimuleerd kan worden.

Minder middelen voor Sportakkoord
De bestuurlijke afspraken met gemeenten en de sportsector met betrekking tot het Sportakkoord lopen tot eind 2026. VWS wil deze afspraken eerst goed evalueren, alvorens besloten wordt hoe en op welke manier hier mee wordt doorgegaan. Omdat inmiddels al veel lokale sportakkoorden zijn gesloten, is per 2027 hier echter al wel een korting van € 10 miljoen op ingeboekt. Daarnaast wordt vanaf 2027 een efficiëntieslag gemaakt bij de Sportakkoord-middelen voor de sportsector en zijn er besparingen ingeboekt op overige (kleinere) subsidies waarmee vooral overhead wordt gefinancierd.

€ 5 miljoen minder voor Kennis en Innovatie
Ook wordt op een totale subsidiebudget Kennis en Innovatie van ongeveer € 21 miljoen, bij elkaar opgeteld structureel ruim € 5 miljoen bespaard op onderzoek en innovatie voor de sport. Daarbij blijft er dus nog afgerond € 16 miljoen beschikbaar voor onderzoek in de sport.

Minder geld voor zorg aan onverzekerden
Voor de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden (SMNZO) wordt vanaf 2027 het budget met € 40 miljoen naar beneden bijgesteld. Op dit moment kunnen niet-verzekeringsplichtigen via de regeling zowel spoedeisende zorg als ook niet-spoedeisende zorg ontvangen. Dit kan ook zonder dat een persoon hiervoor een vergoeding wordt gevraagd, zoals dit via de premie en met het eigen risico wel wordt gevraagd van verzekeringsplichtigen in Nederland. Het gaat dan om mensen die rechtmatig in Nederland verblijven, maar niet verzekerd zijn en dit ook niet kunnen zoals werkloze arbeidsmigranten of toeristen. Beoogd wordt de regeling zodanig aan te passen dat in de uitvoering een afweging kan plaatsvinden welke zorg nodig is, waarbij acute zorg altijd wordt geleverd en of er mogelijk ook een vergoeding hiervoor kan worden gevraagd, gelijk aan de verzekeringsplicht die ieder ander in Nederland ook heeft.

Subsidieregeling transgenderzorg stopt
De Subsidieregeling borstprothesen transvrouwen is in 2019 in werking getreden als aanvulling op de mogelijkheden die er zijn binnen het basispakket Zvw voor een borstconstructie bij het ontbreken van borstaanleg bij vrouwen en de daarmee vergelijkbare situatie bij transvrouwen. Deze regeling loopt af in 2028 en zal daarna niet worden verlengd.

Onderzoeksmiddelen (RIVM, Zorginstituut en ZonMw)
Er worden door VWS middelen aan het RIVM, het Zorginstituut en ZonMw beschikbaar gesteld voor onderzoek en de uitvoering van specifieke regelingen. Ook ZonMw verstrekt in zekere zin, via VWS, subsidies aan derden. Naar deze inzet van middelen is gekeken voor de invulling van de taakstelling. Er is uiteindelijk een korting van structureel € 72 miljoen op deze onderzoeksmiddelen.

Voor het RIVM betreft het een korting van € 20 miljoen, waarbij in overleg tussen RIVM en VWS zal worden bezien de komende tijd hoe deze korting met het afbouwen of niet starten van nieuwe opdrachten wordt gerealiseerd. Voor het Zorginstituut gaat het om een korting van € 36 miljoen structureel omdat de Subsidieregeling veelbelovende zorg sneller bij de patiënt (VZSBP) niet wordt verlengd nadat de huidige regeling afloopt.

Voor ZonMw gaat het om structureel € 16 miljoen. De korting wordt gedeeltelijk gerealiseerd op bestaande budgetten en door rekening te houden met de te verwachte daadwerkelijke kasuitgaven in een bepaald jaar (conform de liquiditeitsprognose van ZonMw). Meer concreet wordt doelmatigheidsonderzoek en onderzoek naar passende zorg gekort. Daarbij wordt bezien hoe de onderzoeken meer in samenhang kunnen worden gebracht. Daarnaast wordt het programma Kwaliteitsgelden gekort. Ook is besloten om in 2026 middelen vanuit de overlooppost te laten terugvloeien naar het ministerie. Deze middelen vloeien terug naar de VWS-begroting, omdat plannen niet altijd in hetzelfde tijdpad gerealiseerd kunnen worden. Dit gaat om een incidentele ontvangst van ongeveer € 40 miljoen. Voor ZonMw geldt dat de uitwerking deels in overleg zal worden ingevuld.

Preventie
Op het terrein van preventie is bij de invulling van de taakstelling bezien hoe subsidies vanuit de overheid bijdragen aan een samenhangende effectieve preventiestrategie en de speerpunten daarvan zoals beschreven in het regeerprogramma. Bij de keuzes voor de taakstelling wil VWS subsidies gericht op de gezondheid van bijvoorbeeld jongeren en kinderen zoveel mogelijk behouden. Daarbij worden ook de subsidies voor seksuele gezondheid ontzien. Daarom is ervoor gekozen om een groot deel van de instellingen een efficiencykorting op te leggen.

Jeugd
In het subsidiebudget voor jeugd is een doelmatigheidskorting van circa € 2 miljoen verwerkt die wordt ingevuld door een korting op de instellingssubsidie van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) en de Stichting LOC waardevolle zorg. Daarnaast wordt vanaf 2026 circa € 2 oplopend tot structureel circa € 10 miljoen een korting verwerkt op de niet verplichte subsidie- en opdrachtenbudgetten. Dit beperkt de ruimte om nieuwe regelingen, projectsubsidies en opdrachten in de toekomst te verstrekken. Op het moment van inboeken van de taakstelling zijn hier nog geen verplichtingen voor aangegaan, aldus Agema.

Meer informatie
Kijk voor meer informatie op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/10/21/aanbiedingsbrief-nota-van-wijziging-op-ontwerpbegroting-van-het-ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport-voor-het-jaar-2025

Terug naar overzicht