Nieuws
18
Weer geld voor COVID-19-vaccinaties door GGD’en
Op grond van de regeling, die per 1 juli 2023 in werking is getreden, kan een specifieke uitkering worden verstrekt aan GGD’en voor het toedienen van COVID-19-vaccinaties. De regeling heeft een geldingsduur tot 1 januari 2026. Voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 is een uitkering verstrekt aan de GGD’en. Omdat ook in het jaar 2024 basiscapaciteit voor COVID-19-vaccinaties nodig is, wordt de regeling nu gewijzigd. De wijziging van de regeling is beperkt tot de eerste helft van 2024. De verwachting is dat uiterlijk in het voorjaar van 2024 wordt besloten dat per 1 juli 2024 een andere bekostigingssystematiek wordt geïntroduceerd, alsmede of, en zo ja op welke wijze, een vaccinatiecampagne in het najaar van 2024 wordt uitgevoerd. In verband hiermee zal de regeling per 1 juli 2024 opnieuw worden gewijzigd.
De GGD’en krijgen op grond van de nu gepubliceerde wijziging een uitkering voor het in de periode 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024 toedienen van COVID-19-vaccinaties conform de basiscapaciteit aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde doelgroepen. De benodigde basiscapaciteit is in overleg met het RIVM naar beneden bijgesteld van een maximum van 10.000 vaccinaties per week in 2023 naar het zetten van landelijk gemiddeld 1000 vaccinaties per week in 2024. De door de Gezondheidsraad geadviseerde doelgroepen zijn: zwangeren, patiënten(categorieën) in de medische hoogrisicogroep, waar de beroepsgroepen een kortere interval tussen revaccinaties overwegen én mensen waarvoor op individuele basis op advies van een behandelend arts een COVID-19-(re)vaccinatie nodig wordt geacht.
Ten behoeve van de financiering van de basiscapaciteit is het maximumbedrag per GGD aangepast en opgenomen in een nieuwe bijlage bij de regeling. Dit maximumbedrag is voldoende voor het kunnen aanbieden van een COVID-19-vaccinatie aan de genoemde doelgroepen (de basiscapaciteit), veelal binnen bestaande locaties en infrastructuur van de GGD’en. GGD'en kunnen de locaties die specifiek voor COVID-19-vaccinaties zijn ingericht ook inzetten voor andere activiteiten, mits het gaat om activiteiten die aansluiten bij de wettelijke taken van de GGD'en in het kader van infectieziektebestrijding. In de verantwoording moet de GGD de aan de infrastructuur verbonden kosten verhoudingsgewijs toerekenen aan deze andere inzet.
Campagnes kunnen planmatig worden voorbereid: het is voor GGD’en niet meer nodig om klaar te staan voor acute inzet of snelle opschaling voor COVID-19-vaccinaties in de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024. Een eventuele campagne zal pas in de tweede helft van 2024 worden uitgevoerd, waarvoor aanvullende financiering nodig zal zijn. Daarom zijn de bepalingen ten aanzien van de aanvullende uitkering voor de GGD’en in het kader van een COVID-19-vaccinatiecampagne per 1 januari 2024 uit de regeling gehaald, inclusief de maximumbedragen die daarvoor in de bijlage van de regeling waren opgenomen. Bij het vaststellen van de maximale uitkeringsbedragen voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024 is wel rekening gehouden met de kosten die zijn gemoeid met het treffen van voorbereidende werkzaamheden in het tweede kwartaal van 2024 om een najaarscampagne te kunnen uitvoeren, mocht daartoe worden besloten.
Terug naar overzichtContactgegevens
InnoFunding B.V.
Nieuwe Gracht 7
2011 NB Haarlem
Mail: info@innofunding.nl