Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

sep
17

WBSO in 2025 ongewijzigd verder, budget € 1,582 miljard

In de brief blikt hij eerst terug op de WBSO in 2023. Ook gaat hij in op de omvang van het WBSO-budget en de parameters (afdrachtspercentages) van de regeling voor 2025. Vervolgens staat hij ook nog stil bij de uitbreiding van de delegatiebepaling van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) die voorzien wordt vanaf 2025. Hij sluit af met de evaluatie van de WBSO die momenteel loopt.

De WBSO in 2023
In 2023 hebben wederom meer dan 19.000 bedrijven gebruik gemaakt van de WBSO. Het aantal starters daarbinnen is ruim 2150, wat een lichte daling is ten opzichte van het jaar daarvoor, toen dit nog iets meer dan 2400 bedrijven waren. 97% van alle gebruikers betrof mkb, wat al voor langere tijd een stabiel percentage is. Het totaal aan toegekende loonkosten en kosten/uitgaven telt op tot € 8,7 miljard. Hiermee zet een stijging van eerdere jaren door, nu met name in de loonkosten (6% toename). De toegekende kosten resulteerden in € 1,8 miljard toegekende afdrachtvermindering. € 1,4 miljard daarvan werd daadwerkelijk verzilverd in de belastingaangiftes.

Budget 2025 en parameters
De WBSO heeft een budgetsystematiek waarbij het uitgangspunt een basisbedrag is (voor 2025 € 1390 miljoen), dat wordt vermeerderd op basis van de indexatiesystematiek en waar het tekort of overschot van twee jaar geleden bij komt of af gaat (t-2 systematiek). In 2023 is hiernaast een structureel extra bedrag toegezegd van € 56 miljoen per jaar vanaf 2025. De indexatie voor 2025 bedraagt € 68 miljoen. In 2023 was er eveneens een overschot van € 68 miljoen. Plus de structurele extra toezegging komt het beschikbare budget voor 2025 daarmee op € 1582 miljoen.

Hoewel dit budget het uitgangspunt voor de regeling vormt, zit er geen stop op het aantal of de hoogte van de aanvragen die ingediend kunnen worden. Dit betekent dat het budget en het verwachte gebruik op elkaar afgestemd moeten worden. Om het budget en het verwachte gebruik van de WBSO op elkaar aan te laten sluiten, kunnen de parameters (afdrachtspercentages die gelden voor de eerste en tweede schijf) worden aangepast. Dankzij de indexatie van het basisbudget en het extra toegezegde budget vanaf 2025, wordt er het komende jaar geen tekort in budget voorzien. De parameters van de WBSO zullen het komende jaar dan ook stabiel blijven. Voor aanvragers gelden in 2025 dus dezelfde parameters als in 2024:

  • tarief eerste schijf: 32%;
  • tarief eerste schijf starters: 40%;
  • grens eerste schijf: € 350.000 S&O-grondslag;
  • tarief tweede schijf: 16%.

Uitbreiding delegatiebepaling WVA
De minister van Economische Zaken (EZ) heeft op grond van de WVA diverse bevoegdheden in het kader van de toepassing en uitvoering van de WBSO. Sinds 1996 is een delegatiebepaling van kracht waarmee de tarieven voor de verschillende schijven binnen de WBSO per ministeriële regeling aangepast kunnen worden. Zonder deze bepaling zou dit middels een wijziging van WVA moeten gebeuren. Om nog flexibeler te zijn en effectief in het afstemmen van het budget op het verwachte gebruik van de WBSO, wordt ook een delegatiebepaling van kracht voor het ophogen of verlagen van de schijfgrens (nu € 350.000).

Op dit moment zou hiervoor ook een wetswijziging nodig zijn, gepaard met een lange doorlooptijd. Met deze uitbreiding kan ook de schijfgrens per ministeriële regeling aangepast worden. De nu aangekondigde wijziging is opgenomen in de Fiscale verzamelwet 2025 die naar verwachting op 1 januari van 2025 van kracht wordt.

Evaluatie WBSO
Conform de Regeling periodiek evaluatieonderzoek wordt de WBSO om de vijf tot zeven jaar geëvalueerd. De laatste evaluatie is van 2019. In 2024 is de nieuwe evaluatie gestart. Naar verwachting wordt de evaluatie aan het begin van volgend jaar (Q1) afgerond, aldus Beljaarts.

Kijk voor meer informatie op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/09/17/wbso-in-2025

Terug naar overzicht