Nieuwe SPUK voor verdeling IZA-middelen

Voor de verdeling van de middelen is gekozen om dit per samenwerkingsregio te doen. Binnen elke regio is in onderling overleg met de tot die regio behorende gemeenten, één gemeente aangewezen aan wie de middelen worden toegekend en die deze – met mandaat van de andere gemeenten binnen de regio – beheert als mandaathouder. In het IZA is vastgelegd dat de mandaathouder samen met de zorgverzekeraar die marktleider is binnen een regio het initiatief neemt tot het opstellen van een regiobeeld en een regioplan. Dit doen zij door een procesvoorstel en planning voor te leggen aan een afvaardiging van de regionale aanbieders van zorg en ondersteuning, zorgverzekeraars, burgers/patiënten en gemeenten.

In het regiobeeld wordt een prognose van toekomstige zorgvraag en daarvoor relevante informatie over de bewoners van de regio gegeven, gepaard aan een inschatting van de capaciteit en prestaties van de zorg, welzijn en ondersteuning. Met name wordt daarbij aandacht besteed aan het verschil tussen de toekomstige zorgvraag en zorgaanbod. In het regioplan worden de onderwerpen benoemd waarvoor in het bijzonder aandacht zal zijn gedurende de periode waarvoor de uitkering ter beschikking is gesteld. Dit zijn de gebieden waar de risico’s het grootst zijn dat de toegankelijkheid, betaalbaarheid en de kwaliteit van zorg in het geding komen en/of de gezondheidsverschillen relatief groot zijn. Voor zover relevant, wordt een plan van aanpak opgesteld waarin is beschreven hoe de inzet van de gemeenten in regio eruitziet en welke middelen daartoe worden bestemd.

De specifieke uitkering wordt verstrekt voor in ieder geval de volgende activiteiten: het opstellen van een regiobeeld, het opstellen van een regioplan en het opstellen van een mandaatstructuur. De uitkering bedraagt per kalenderjaar ten hoogste een vastgesteld bedrag per mandaathouder per jaar.

De specifieke uitkering voor 2023 wordt ambtshalve verleend en mag worden aangewend voor bestedingen in heel 2023.

De uitkering voor de jaren daarna (2024, 2025 en 2026) wordt wel via een aanvraag verleend. De aanvraagperiode loopt van 15 november 2023 tot en met 31 december 2023. Aanvragen kunnen met behulp van een aanvraagformulier worden ingediend bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).