Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

jun
17

Steun voor energietransitie Aruba, Curaçao en Sint Maarten

In het nog lopende coalitieakkoord is opgenomen dat diverse regelingen in het kader van de energietransitie, waaronder de SDE++, open zouden worden gesteld voor aanvragen vanuit het gehele Koninkrijk, waaronder de ACS. In dit kader heeft TNO onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor verduurzaming van de lokale energievoorziening en een openstelling van de SDE++ in de ACS.

Uitkomsten onderzoek
Door de kleinschaligheid van en de marktomstandigheden op de elektriciteitsmarkten van de ACS en de gestelde verplichtingen in de algemene uitvoeringsregeling van de SDE++, is het volgens TNO niet mogelijk om de systematiek van de structurele SDE++ exploitatiesubsidie één op één toe te passen in de ACS.

Door de marktomstandigheden en de beperkte uitvoeringscapaciteit stelt TNO dat de meest effectieve aanpak eruit zou bestaan om per eiland één of enkele projecten te financieren, waarbij bestedingen gericht zijn op kapitaalinvesteringen in plaats van op operationele kosten die gemaakt worden tijdens de exploitatie zoals in de SDE++. Dit naar voorbeeld van Bonaire, Saba en Sint Eustatius, die reeds subsidies voor projecten hebben ontvangen voor een versnelde overstap naar duurzame elektriciteitsproductie.

Conclusies onderschreven
Jetten laat weten de conclusies uit het TNO-onderzoek te onderschrijven, dat de belangrijkste knelpunten voor de energietransitie van de ACS de beperkte financieringsmogelijkheden voor met name investeringen in het elektriciteitsnet, netaansluitingen en batterijopslag zijn. Wind- en zonne-energieprojecten zijn echter wel rendabel in de ACS, en er is bovendien al voldoende investeringsbereidheid vanuit commerciële partijen en huishoudens. Om de transitie kosteneffectief te stimuleren zijn investeringssubsidies gericht op randvoorwaarden van de energietransitie, zoals netverzwaring, netaansluitingen en batterijopslag, dan ook meer passend, aldus de minister.

Om de investeringen mogelijk te maken, is naar verwachting ten hoogste een subsidie van € 150 miljoen benodigd. In de aankomende tijd zal de inzet van de middelen, op basis van het TNO-onderzoek en in goed overleg met de ACS, verder uitgewerkt worden. Deze uitwerking ziet onder toe op de uiteindelijke hoogte van de ondersteuning per land, de wijze van subsidiëring, het tempo (kasritme) en de voorwaarden die hieraan worden gebonden, waaronder een mogelijke bijdrage vanuit de landen zelf (cofinanciering), zo schrijft Jetten.

Zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/06/17/kamerbrief-tno-onderzoek-sde-energietransitie-op-aruba-curacao-en-sint-maarten

Terug naar overzicht