Nieuws
17
Nieuwe programmeringsregeling Fonds Podiumkunsten
Wat in grote lijnen niet verandert, is het doel van de subsidie: met de
subsidie voor podia draagt het fonds bij aan de spreiding van een kwalitatief
en veelzijdig podiumkunstenaanbod over het land. De betreffende podia dragen
met hun programmering bij aan een zo groot mogelijk maatschappelijk bereik van
dat aanbod.
De nieuwe regeling biedt podia de gelegenheid om te investeren in de
kwaliteit van hun programmering en de manier waarop ze daarvoor publiek weten
te betrekken. Podia spelen ook een belangrijke rol in het lokale
podiumkunstenklimaat. Zij zijn verbonden met lokale makers en
podiumkunstenaars. Ook in die rol wil het fonds investeren. Gezamenlijk spelen
alle ondersteunde podia een belangrijke rol in het tonen van podiumkunsten in
het hele land, aldus het fonds.
De inwerkingtreding van de Podiumregeling Fonds Podiumkunsten heeft tot
gevolg dat het vanaf 2023 niet meer mogelijk is om aan te vragen voor de
volgende bestaande programmeringsregelingen:
- programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen (SRP);
- programmeringssubsidie kleinschalige of incidentele programmering categorie 2 en 3 (SKIP); en
- programmeringssubsidie podia popmuziek (kernpodia).
Op grond van de bestaande programmeringsregelingen werden deze verschillende
programmeringssubsidies verstrekt voor verschillende typen podia. Voor welke
subsidie een podium in aanmerking kwam, was onder meer afhankelijk van het
aantal concerten en voorstellingen en het soort aanbod dat werd geprogrammeerd.
Met de nieuwe regeling kiest het fonds ervoor om het onderscheid tussen
verschillende podia grotendeels los te laten. Op basis van de nieuwe regeling
kunnen podia vanaf medio 2022 subsidie aanvragen voor de volgende typen
bijdragen:
- een programmeringsbijdrage, primair voor het programmeren van voorstellingen en/of concerten van professionele podiumkunstenaars in een of meer theater- en/of concertzalen op een vaste locatie die openbaar toegankelijk is voor publiek. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de gemiddelde programmeringskosten en het gemiddeld aantal professionele voorstellingen en/of concerten in de in het aanvraagformulier vermelde peiljaren. Het subsidiebedrag is minimaal € 13.750 per jaar en maximaal € 55.000 per jaar;
- een productiebijdrage, voor (co)producerende activiteiten of activiteiten op het gebied van talentontwikkeling. Aanvragers komen alleen in aanmerking voor een productiebijdrage indien de adviescommissie positief heeft geadviseerd over de aanvraag voor de programmeringsbijdrage. De hoogte van de subsidie bedraagt € 25.000 per jaar.
Aanvragen kunnen tijdens een nog bekend te maken aanvraagronde worden ingediend
bij het Fonds Podiumkunsten. Een belangrijke wijziging ten opzichte van de
voorgaande programmeringssubsidies is dat de beoordeling meer in regionaal
perspectief wordt geplaatst. De regeling kent niet één centrale
adviescommissie, maar zes adviescommissies die aanvragen beoordelen uit de
volgende landsdelen: Noord (Groningen, Friesland, Drenthe), Oost (Overijssel en
Gelderland), Midden (Utrecht en Flevoland), Zuid (Zeeland, Noord-Brabant en
Limburg), West (Noord-Holland en Zuid-Holland) en het Caribisch deel van het
Koninkrijk der Nederlanden. Per landsdeel wordt een subsidiebudget vastgesteld.
Contactgegevens
InnoFunding B.V.
Nieuwe Gracht 7
2011 NB Haarlem
Mail: info@innofunding.nl