Nieuws
16
Eindevaluatie van het regionaal investeringsfonds mbo 2014-2018
Minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de resultaten van het bestuursakkoord met het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
In de brief gaat de minister onder meer in op de eindevaluatie van de Regeling regionaal investeringsfonds mbo (RIF) voor de periode 2014-2018.
Het RIF stimuleert de samenwerking tussen scholen, de publieke sector en het bedrijfsleven. Publiek-private samenwerkingsverbanden (pps'en) met een mbo-school als penvoerder, kunnen RIF-subsidie aanvragen voor projecten die de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren. De subsidie vanuit het RIF bedraagt maximaal een derde van de projectkosten, de samenwerkingspartners voorzien in aanvullende cofinanciering.
In de periode van 2014 tot 2018 hebben 120 projecten RIF-subsidie ontvangen voor in totaal € 107,6 miljoen. De deelnemende partners hebben een in totaal € 226,7 miljoen bijgedragen. In de loop van de tijd is het aantal aanvragen per jaar afgenomen, maar groeiden de pps'en zowel in aantal partners als in financiële omvang. Hierbij valt op dat lokale overheden en hbo-instellingen veel deelnemen aan de projecten, het mkb is juist weinig betrokken.
De sectoren techniek, zorg en welzijn en bouw waren het meest vertegenwoordigd in de toegekende aanvragen. Vrijwel alle mbo-scholen deden ten minste één aanvraag, met ook een redelijk evenwichtige regionale spreiding. Bijna elk project was gericht op (onder meer) niveau 4-studenten, terwijl slechts bij slechts 17% entree-studenten tot de doelgroep behoorden. De meest voorkomende activiteiten binnen RIF-projecten zijn curriculumontwikkeling, ontwikkeling van een contextrijke leeromgeving en professionalisering van docenten en praktijkbegeleiders.
Resultaten
Uit de evaluatie komt een positief beeld van het RIF naar voren. Zowel kwantitatieve als kwalitatieve resultaten duiden op een verbeterde aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt dankzij het RIF. Afgestudeerde mbo'ers die tijdens hun studie hebben deelgenomen aan een afgerond RIF-project vonden vaker werk op niveau.
Van alle bevraagde partners die deelnamen aan een inmiddels afgerond project, vindt 86% dat de aansluiting tussen het bedrijfsleven en de betrokken opleidingen is verbeterd. Ook is ruim 70% van mening dat het RIF de kwaliteit van afgestudeerde studenten heeft verhoogd en de overgang naar de arbeidsmarkt heeft verbeterd. Van alle partners buiten het mbo meent 68% dat studenten die hebben deelgenomen aan een RIF-project beter zijn voorbereid op de beroepspraktijk.
Deze cijfers onderstrepen de meerwaarde van RIF-projecten voor student én werkgever. Voor studenten manifesteert die meerwaarde zich vooral in de contextrijke leeromgeving met interessante stageplekken en 'echte' praktijkvraagstukken. Bedrijven die deelnemen aan een RIF-project ervaren het als positief dat zij de realiteit van de werkvloer beter kunnen overbrengen aan opleidingen. Ook hebben zij dankzij het RIF een beter beeld bij wat van een student verwacht kan worden.
Zoals in de tussenevaluatie van de regeling al bleek, is het RIF een katalysator van samenwerking in de regio. Bestaande plannen worden versneld en vergroot. De wens tot samenwerking is vaak aanwezig, de middelen uit het RIF maken regionale samenwerking daadwerkelijk mogelijk. Slechts 2% van partijen die aan een RIF-project deelnamen denkt dat hun project op dezelfde wijze zou hebben plaatsgevonden zonder subsidie uit het investeringsfonds.
De onderzoekers wijzen ook op een aantal verbeterpunten. De keerzijde van de centrale positie van mbo-scholen als penvoerder is moeizame betrokkenheid van bedrijven. In sommige gevallen blijkt de toezegging van in-kind cofinanciering (bijvoorbeeld loonkosten van hybride docenten) te vrijblijvend. Aanvankelijk enthousiaste bedrijven leveren niet altijd het afgesproken aantal uren tijdens de uitvoering van het project, mogelijk werd niet overzien wat de exacte verwachtingen zijn. In-cash bijdragen van bedrijven worden daarentegen als succesfactor benoemd en zijn een duidelijke bevestiging van commitment.
Beleidsreactie
Met haar brief van 28 juni 2018 heeft Van Engelshoven de Tweede Kamer al geïnformeerd over verlenging van het RIF op basis van de positieve uitkomsten van de tussenevaluatie. Bij het verlengen van de regeling is een aantal wijzigingen doorgevoerd. Zo is er in de huidige Regeling regionaal investeringsfonds mbo 2019-2022 (RIF19) een lichter en ontwikkelingsgerichter verantwoordingsregime opgenomen. De jaarlijkse voortgangsrapportage is vervangen door één verantwoordingsmoment halverwege de looptijd van een project, waarbij reflectie en bijsturing centraal staan. Ook is in het huidige beoordelingskader voor subsidieaanvragen het criterium duurzaamheid aangescherpt.
De nu gepubliceerde eindevaluatie bevat volgens de minister wel weer een aantal aandachtspunten dat interessant is om nader te bekijken:
- ruimte voor innovatie: de suggestie om met een aanjaagsubsidie innovatieve, kleine projecten de ruimte te geven om verkennende activiteiten rondom bijvoorbeeld nieuwe beroepen uit te voeren. Hoewel dit vrij ver van de huidige regeling af staat, die immers is gericht op het verzorgen van opleidingen, erkent de minister het belang van ruimte voor een verdergaande vorm van regionale innovatie van onderwijs;
- betrokkenheid van bedrijven: die is kwetsbaar en kan minder vrijblijvend worden als bedrijven een grotere rol krijgen bij het indienen van de aanvraag en als hun financieringsverplichtingen minder vrijblijvend worden. De betrokkenheid van het nu nog ondervertegenwoordigde mkb verdient daarbij extra aandacht;
- aandacht voor samenwerking: er wordt aanbevolen om vanuit het ministerie een sturende rol te nemen in het stimuleren van samenwerking tussen mbo-scholen in de regio. Het is interessant om, los van de letter van de regeling, te verkennen hoe hier nog meer op ingezet kan worden. Evenzo vindt Van Engelshoven het een interessante gedachte om te kijken naar mogelijkheden voor samenwerking tussen mbo en hbo vanuit regionale maatschappelijke opgaven.
Kijk voor meer informatie op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/12/15/kamerbrief-voortgang-bestuursakkoord-mbo-2018-2022
Contactgegevens
InnoFunding B.V.
Nieuwe Gracht 7
2011 NB Haarlem
Mail: info@innofunding.nl