Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

jul
12

Regels Subsidieverlening Gelderland flink gewijzigd

Verder wordt één regeling, de Regeling bevorderen inwonerparticipatie in kwetsbare wijken en dorpen (RSG-IWDGLD), per 2 september 2024 ingetrokken.

Hieronder worden de nieuwe regelingen toegelicht.

Regeling gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties
Het doel van de Regeling gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties (RSG-GGNVL) is het stimuleren van het onomkeerbaar volledig of gedeeltelijk beëindigen van veehouderijactiviteiten op een veehouderijlocatie. Vooralsnog is het plafond vastgesteld op € 0.

Subsidie kan worden aangevraagd door een veehouder met of zonder rechtspersoonlijkheid.

Subsidie wordt alleen verstrekt als de veehouderijlocatie is gelegen in de Natura 2000-gebieden Veluwe, Bruuk, St.-Jansberg, Stelkampsveld, Willinks Weust, Wooldse Veen, Korenburgerveen, Bekendelle, Binnenveld of Landgoed Brummen of de bijbehorende overgangsgebieden van 2,5 kilometer. Verder geldt dat de stikstofemissie van de veehouderijlocatie meer bedraagt dan de volgende drempelwaarde:

  • 250 kilogram ammoniak per kalenderjaar, als de veehouderijlocatie wordt gebruikt voor het houden van vleesrunderen of melkvee en voor het houden van maximaal 25 landbouwhuisdieren die behoren tot een andere diercategorie;
  • 750 kilogram ammoniak per kalenderjaar, indien de veehouderijlocatie uitsluitend wordt gebruikt voor het houden van andere landbouwhuisdieren dan vleesrunderen of melkvee;
  • 750 kilogram ammoniak per kalenderjaar, indien de veehouderijlocatie wordt gebruikt voor het houden van vleesrunderen of melkvee en voor het houden van meer dan 25 landbouwhuisdieren die behoren tot een andere diercategorie.

Als het gaat om een veehouderij met productierecht, is het voor de veehouderijlocatie benodigde productierecht zonder beperking in eigendom van de veehouderij:

  • minimaal 80% van het productierecht dat is benodigd voor het aantal dieren dat gemiddeld in het referentiejaar op de locatie is gehouden in geval van varkens en pluimvee;
  • minimaal 95% van het productierecht dat is benodigd voor het aantal dieren dat gemiddeld in het referentiejaar op de locatie is gehouden in geval van melkvee.

Tot slot geldt dat op de veehouderijlocatie daadwerkelijk een veehouderij wordt gedreven en gedurende de vijf jaar voorafgaande aan het tijdstip van het indienen van de aanvraag de veehouderij onafgebroken en op bedrijfseconomische gangbare wijze in gebruik is geweest.

Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking:

  • de waarde van het geheel of gedeeltelijk vervallen van productierecht voor zover sprake is van een veehouderij met productierecht (100% van de waarde van het geheel of gedeeltelijk vervallen productierecht);
  • het waardeverlies van de voor de veehouderij op de veehouderijlocatie gebruikte productiecapaciteit als gevolg van de onomkeerbare volledige of gedeeltelijke sluiting van de veehouderijlocatie (100% van het waardeverlies van de productiecapaciteit);
  • de kosten van het volledig of gedeeltelijk afbreken en verwijderen van de voor de veehouderij op de veehouderijlocatie gebruikte productiecapaciteit (100% van de kosten);
  • de kosten voor de inhuur van deskundigen en overige kosten derden die direct verbonden zijn met de uitvoering van de in de bovengenoemde activiteiten (100% van de kosten tot een maximum van € 5000).

Regeling ondersteuning exploitatie veerdiensten
Het doel van de Regeling ondersteuning exploitatie veerdiensten (RSG-OEXV) is het ondersteunen van veerdiensten. Vooralsnog is het plafond vastgesteld op € 0.

Aanvragen kunnen worden ingediend door een exploitant van een veerdienst. Per veerdienst kan slechts door één oevergemeente subsidie worden aangevraagd.

Subsidie kan worden verstrekt voor cofinanciering achteraf van het exploitatietekort van een veerdienst. De subsidie wordt alleen verstrekt als de veerdienst door de oevergemeente is aangewezen als dienst van algemeen economisch belang, het exploitatietekort van de veerdienst hoger is dan € 50.000, dit exploitatietekort is gedekt door de oevergemeenten én een gesprek tussen de oevergemeenten en de exploitant van de veerdienst heeft plaatsgevonden over het terugdringen van het exploitatietekort.

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van het exploitatietekort van de veerdienst boven € 50.000. Als de veerdienst tussen provincies vaart, bedraagt de hoogte van de subsidie maximaal 25% van het exploitatietekort van de veerdienst boven € 50.000.

Aanvragen kunnen jaarlijks van 1 september tot 15 oktober (over het vaarseizoen van het vorige kalenderjaar) worden ingediend.

Regeling Deelmobiliteithubs Groene Metropoolregio
Het doel van de Regeling Deelmobiliteithubs Groene Metropoolregio (RSG-DMHGMR) is het ondersteunen van de realisatie of uitbreiding van een deelmobiliteithub. Een deelmobiliteithub is een fysieke plek waar deelvoertuigen worden opgehaald, ingeleverd en, in het geval van elektrische auto’s, opgeladen. Voor de periode 2 september 2024 tot en met 31 december 2025 is het plafond € 178.000.

Subsidie kan worden aangevraagd door een gemeente die onderdeel is van de Groene Metropoolregio.

De hoogte van de subsidie bedraagt:

  • 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 20.661 als de deelmobiliteithub minimaal vijf en maximaal negen plaatsen voor deelvoertuigen heeft;
  • 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 41.322 als de deelmobiliteithub minimaal tien en maximaal veertien plaatsen voor deelvoertuigen heeft;
  • 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 61.983 als de deelmobiliteithub minimaal vijftien plaatsen voor deelvoertuigen heeft.

Regeling Provinciale cofinanciering Regio Deals
Het doel van de Regeling Provinciale cofinanciering Regio Deals (RSG-PCOFRD) is het ondersteunen van projecten die een bijdrage leveren aan de beoogde resultaten van de Regiodeals Achterhoek en Stedendriehoek. De plafonds bedragen maximaal € 2 miljoen (Regio Achterhoek) en maximaal € 2 miljoen (Regio Stedendriehoek).

Subsidie kan worden aangevraagd door de kassier van de betreffende Regio Deal. De kassier is een publieke regiopartner die op grond van de Regio Deal ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal de taak van kassier vervult.

Subsidie kan worden verstrekt voor de cofinanciering van een Regio Deal of de cofinanciering van activiteiten die in aanmerking komen voor een rijksbijdrage.

Het maximale subsidiepercentage bedraagt 50%, tenzij op basis van het communautair kader een lager percentage van de subsidiabele kosten is voorgeschreven.

Regeling procesregeling wijken- en dorpendeals
Het doel van de Regeling procesregelingwijken- en dorpendeals (RSG-DORPDGLD) is het ondersteunen van gemeenten door subsidie te verstrekken voor de procesondersteuning in het kader van een wijken- en dorpendeal. Een wijken- en dorpendeal betreft een set van samenwerkingsafspraken om de sociale cohesie van een wijk of dorp te versterken. Het subsidieplafond, dat geldt tot en met 2028, is vastgesteld op € 200.000.

Subsidie kan worden aangevraagd door gemeenten.

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • het uitvoeren van een onderzoek naar de ruimtelijke en financiële haalbaarheid van herbestemming, transformatie of nieuwbouw van een gemeenschapsvoorziening die onderdeel uitmaakt van een voorgenomen wijken- en dorpendeal;
  • het opstellen van een plan van aanpak voor de realisatie van herbestemming, transformatie of nieuwbouw van een gemeenschapsvoorziening die onderdeel uitmaakt van een voorgenomen wijken- en dorpendeal;
  • de procesbegeleiding of advisering in het kader van herbestemming, transformatie of nieuwbouw van een gemeenschapsvoorziening die onderdeel uitmaakt van een voorgenomen wijken- en dorpendeal.

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 5000 en een maximum van € 50.000.

Regeling bovenregionale samenwerking arbeidsmarktregio’s
Het doel van de Regeling bovenregionale samenwerking arbeidsmarktregio’s (RSG-BRSA) is het stimuleren van bovenregionale en regionale projecten van arbeidsmarktregio’s en het versterken van de samenwerking tussen de arbeidsmarktregio’s en het stimuleren van praktische samenwerking tussen een arbeidsmarktregio en een Economic Board. Het subsidieplafond, dat geldt tot en met 7 oktober 2024, bedraagt € 822.000.

Subsidie kan worden aangevraagd door de centrumgemeente van de arbeidsmarktregio Achterhoek, de arbeidsmarktregio FoodValley, de arbeidsmarktregio Midden-Gelderland, de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen, de arbeidsmarktregio Rivierenland en de arbeidsmarktregio Veluwe Stedendriehoek.

Subsidie kan worden verleend voor activiteiten binnen één of meerdere bovenregionale projecten (hieraan moeten minimaal vier van de arbeidsmarktregio’s deelnemen). Aanvullend hierop kan subsidie worden verleend voor:

  • activiteiten binnen één of meerdere regionale projecten;
  • activiteiten gericht op het versterken van de samenwerking tussen de arbeidsmarktregio’s en het stimuleren van praktische samenwerking tussen een arbeidsmarktregio en een Economic Board mede gericht op de uitvoering van de Human Capital Agenda’s.

De activiteiten moeten bijdragen aan het aanpakken van de mismatch op de arbeidsmarkt of het ontwikkelen van een aanpak voor het activeren van onbenut arbeidspotentieel.

De subsidie voor bovenregionale projecten bedraagt per aanvrager per jaar maximaal 70% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 84.000. De subsidie voor regionale projecten bedraagt per aanvrager per jaar maximaal 70% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 46.000. Tot slot bedraagt de subsidie voor activiteiten gericht op het versterken van de samenwerking per aanvrager per jaar maximaal 70% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 7000.

Terug naar overzicht