Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

feb
12

EU-trendrapport 2015: Verantwoording over besteding EU-subsidies in lidstaten niet verbeterd

Het EU-trendrapport 2015 van de Algemene Rekenkamer is de dertiende editie van een jaarlijkse rapportage over ontwikkelingen in het financieel management van de EU. Centraal hierin staat het toezicht en de controle op de besteding van EU-middelen, zowel in Nederland als EU-breed. Heruit blijkt onder meer dat het zogenoemde foutenpercentage over 2013 4,7% bedroeg. Dit is het percentage gedeclareerde kosten van een EU-project dat niet subsidiabel is, maar toch wordt vergoed.

Daarnaast blijkt dat de verantwoording, die EU-lidstaten afleggen over de besteding van EU-geld, niet is verbeterd. Slechts drie lidstaten – Denemarken, Zweden en Nederland – hebben hierover in 2013 vrijwillig een nationale verklaring opgesteld. Andere EU-lidstaten doen dit tot op heden niet. Wel gaan tegenwoordig de ‘annual summaries’ van de lidstaten (overzichten van in de lidstaat verrichte controles op rechtmatige besteding van EU-subsidies) vergezeld van het oordeel van een onafhanke­lijke audit­instantie. Maar de annual summaries worden niet op politiek-bestuurlijk niveau opgesteld. Daardoor kunnen er geen consequenties worden verbonden aan eventuele onrechtmatigheden. Bovendien zijn annual summaries (anders dan nationale verklaringen) geen openbare documenten waar elke EU-burger kennis van kan nemen.

De Rekenkamer stelt ook dat er nog altijd weinig bekend is over de effecten die worden bereikt met de inzet van Europees geld. Bij de uitvoering van de Europese programma’s gaat alle aandacht uit naar naleving van de regels. Dat is ook voorgeschreven. Maar door de eenzijdige aandacht voor de regels wordt er nauwelijks gekeken of het subsidiegeld efficiënt wordt besteed en of het gewenste effect wordt behaald. Rekenkamer-onderzoek naar zes door de EU gesubsidieerde projecten in Nederland bevestigt dit beeld. Bij de selectie van projecten wordt de kans op succes soms nog wel meegewogen, maar daarna is er geen aandacht meer voor effectiviteit. Na afloop van een project is er meestal alleen informatie beschikbaar over de geleverde prestaties (zoals de realisatie van een sporthal of het aantal deelnemers aan een integratietraject), maar nauwelijks over de gerealiseerde effecten (is de leefbaarheid toegenomen?; zijn de deelnemers beter geïntegreerd geraakt?).

Ontvangers van ESF- en EFRO-subsidies hebben vaak moeite met de Europese aanbestedingsregels. Ze maken fouten die leiden tot correcties in de gedeclareerde uitgaven. Er worden relatief meer fouten gevonden bij EFRO-projecten dan bij ESF-projecten. Dit komt doordat tot voor kort bij het EFRO een complexer stelsel van regels hoorde dan bij andere Europese fondsen. Dit stelsel van regels is met de Aanbestedingswet 2012 geüniformeerd voor alle Europese fondsen. De voornaamste oorzaak van gemaakte fouten is een gebrek aan kennis van de regels bij de aanbestedende partijen.

Zie hier voor het gehele EU-trendrapport 2015.

Terug naar overzicht