Subsidie weerbaarheid lokale voedselsystemen Afrika en Jemen

De begunstigden van het subsidieprogramma zijn voedsel-onzekere mensen en voedselproducenten, en dan met name de kwetsbare kleinschalige boerenbedrijven/huishoudens. Daarbij geldt een bijzondere aandacht voor de vrouwen en jongeren binnen deze doelgroep.

Het subsidieprogramma valt onder de Subsidieregeling ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (SMINBUZA).

In aanmerking voor subsidie komen samenwerkingsverbanden, waaraan maatschappelijke organisaties, ondernemingen en kennisinstellingen kunnen deelnemen. De penvoerder van het samenwerkingsverband heeft aantoonbare ervaring in de afgelopen vijf jaar met het managen van vergelijkbare projecten in Afrika.

Een samenwerkingsverband bestaat uit maximaal vier organisaties, waarvan minimaal een Nederlandse organisatie, een lokale organisatie en een maatschappelijke organisatie. Elke partner in het samenwerkingsverband moet beschikken over rechtspersoonlijkheid en alle partners moeten noodzakelijk zijn voor het behalen van de doelstelling van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Verder geldt dat het samenwerkingsverband gevormd moet zijn voorafgaand aan de indiening van de aanvraag.

Per doelland komen maximaal twee subsidieaanvragen in aanmerking. De doellanden zijn:

• Brede OS-relatie landen: Benin, Burkina Faso, Burundi, Ethiopië, Jemen, Mali, Mozambique, Niger, Oeganda, Soedan en Zuid-Soedan;
• Combinatie landen: Egypte, Ghana, Ivoorkust, Kenia, Marokko, Nigeria, Senegal en Zuid-Afrika.

Voor 2023 is een budget van € 12 miljoen beschikbaar. De subsidie bedraagt minimaal € 1 miljoen en maximaal € 2 miljoen per aanvraag. Per onderneming in het samenwerkingsverband geldt een maximum subsidie van € 500.000, waarbij geldt dat:

• maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen maximaal 100% van de door hen te maken subsidiabele kosten met subsidiemiddelen mogen dekken;
• ondernemingen maximaal 50% van de door hen te maken subsidiabele kosten met subsidiemiddelen mogen dekken.

Er is sprake van een verplicht adviestraject aan de hand van een daartoe ingediende ‘quick scan’. Het adviestraject eindigt met een advies van een RVO-adviseur. De uitkomst van het adviestraject is niet bindend. Quick scans kunnen tot en met 4 september 2023 worden ingediend bij RVO.

De aanvraagperiode loopt van 2 oktober 2023 tot en met 18 december 2023.