Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

dec
9

Duurzaamheidskader biogrondstoffen voor SDE+/SDE++

De 'Regeling tot wijziging van enkele regelingen ter implementatie van de artikelen 29 en 30 van richtlijn (EU) 2018/2001 inzake hernieuwbare energie' is gepubliceerd.

Deze wijzigingsregeling gaat vooraf aan het doorvoeren van het duurzaamheidskader biogrondstoffen waarin het kabinet voor alle biogrondstoffenstromen en -toepassingen, voor zover deze gestimuleerd of gereguleerd worden, de criteria uit deze richtlijn wil aanvullen met onder andere sociaal-economische criteria.

Concreet wijzigt de wijzigingsregeling de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie (zie SDE++), de Regeling conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor energietoepassingen en enkele ministeriële regelingen waarbij productie-installaties zijn aangewezen die voor SDE+ en SDE++ subsidie in aanmerking komen.

De richtlijn is erop gericht het aandeel hernieuwbare energie in het energieverbruik te vergroten. Voor energie uit biomassa geldt dat deze alleen mag worden meegeteld als hernieuwbare energie en mag worden gesubsidieerd als de biomassa voldoet aan de criteria inzake duurzaamheid en broeikasgasemissiereductie en, specifiek voor de productie van elektriciteit, als de productie-installatie voldoet aan de efficiëntie-eisen. Deze criteria staan in artikel 29 van de richtlijn. Het voldoen aan de voorwaarden uit artikel 29 van de richtlijn moet worden aangetoond door de marktdeelnemers. Artikel 30 van de richtlijn stelt daar voorschriften voor.

De wijzigingen gelden, behalve voor vloeibare biomassa, voor alle productie-installaties (vanaf het in de richtlijn genoemde minimumvermogen van 2 MW of 20 MW) waarvoor subsidie is aangevraagd na de publicatiedatum van de richtlijn. Voor de marktpartijen die sinds dat moment subsidie aanvroegen was kenbaar dat de voorschriften zouden worden geïmplementeerd in de nationale regelgeving. Voor vloeibare biomassa golden sinds 2011 reeds vrijwel gelijksoortige criteria in richtlijn 2009/28/EG. Voor die categorie is er daarom voor gekozen de wijzigingen te laten gelden voor productie-installaties waarvoor subsidie is aangevraagd na de publicatiedatum van die richtlijn (5 juni 2009).

De huidige houders van een subsidiebeschikking en andere betrokkenen hebben de gelegenheid zich voor te bereiden op de wijzigingen en tevens is voorkomen dat zij over het jaar 2021 met twee verschillende regimes te maken krijgen. Daartoe is de voorgenomen wijze van implementatie (welke criteria gaan gelden en op welke wijze moet het voldoen daaraan worden aangetoond) al vóór de vaststelling van deze wijzigingsregeling schriftelijk aan hen gecommuniceerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en is ervoor gekozen de inwerkingtredingsdatum van deze wijzigingsregeling vast te stellen op 1 januari 2022.

Duurzaamheidseisen aan houtpellets
De duurzaamheidseisen aan vaste biomassa zoals die zijn opgenomen in bijlage B bij de regeling conformiteitsbeoordeling zijn op twee punten aangepast, teneinde te voldoen aan de Europese criteria voor vaste biomassa in artikel 29 van de richtlijn.

De wijziging van de eerste duurzaamheidseis (1.1) betreft het aanscherpen van de vereiste broeikasgasemissiereductie. Overeenkomstig artikel 29, tiende lid, onderdeel d, van de richtlijn is in de duurzaamheidseis een minimale broeikasgasreductie ten opzichte van de fossiele referentie opgenomen van 70% respectievelijk 80% per levering biomassa. Deze aangescherpte eis geldt alleen voor installaties met een vermogen van 20 MW of meer die operationeel zijn geworden sinds 1 januari 2021 en in de periode tot en met 2025 operationeel worden (70%), respectievelijk vanaf 2026 (80%).

De wijziging van de tweede duurzaamheidseis (12.6) betreft het laten vervallen van de nationale duurzaamheidseisen voor zogeheten gecontroleerde biomassa voor de subsidiebeschikkingen waarop de criteria van de richtlijn van toepassing zijn.

Criteria voor de overige biomassa
Voor de inzet van andere biomassa dan in de vorm van houtpellets gelden, boven de minimumvermogensgrenzen, de criteria uit artikel 29 van de richtlijn. Er wordt naar deze criteria reeds verwezen in de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2021. Voor de marktpartijen die reeds een subsidiebeschikking hebben ontvangen en die aan de voorschriften uit de richtlijn moeten gaan voldoen, is (ingevolge deze wijzigingsregeling) de verwijzing naar de criteria van de richtlijn opgenomen in de aanwijzingsregelingen uit 2019 en 2020 en voor oudere beschikkingen voor vloeibare biomassa in de uitvoeringsregeling. De criteria verschillen afhankelijk van de herkomst van de biomassa.

Zie voor de publicatie van de wijzigingsregeling: https://www.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-46072.html

Terug naar overzicht