Internetconsultatie over nieuwe OWE-openstelling 2024

Uitbreiding doelgroep
De voorgenomen doelgroep van de nieuwe openstellingronde in 2024 van de subsidieregeling zijn projecten vanaf 0,5 MW en groter. Voor de eerste openstellingsronde in 2023 is de bovengrens wat betreft geïnstalleerd vermogen 50 MW. De vereiste dat er maximaal één aanvraag mag worden gedaan per adres blijft staan.

Verhoging aandeel investeringssubsidie in totale hoogte subsidie
Het maximale investeringssubsidiebedrag wordt verhoogd van 40% naar 80% van subsidiabele kosten van realisatie van de waterstofproductie-installatie of van de berekeningswijze die geldt als er al subsidie is verstrekt op grond van een andere regeling. De afwijzingsgrond voor het aangevraagde subsidiebedrag blijft gelijk op € 9 per kg te produceren waterstof.

EZK overweegt deze aanpassing om het instrument doelmatiger te maken, wat met name relevant is nu grotere totale elektrolysecapaciteit wordt gesubsidieerd dan in de eerdere ronde van de OWE. De hogere investeringssubsidie faciliteert de realisatie van elektrolysers.

Inkorting van de maximale looptijd van de exploitatie
De maximale looptijd van het exploitatiesubsidiedeel wordt aangepast van 7 tot 15 jaar naar 5 tot 10 jaar. In de huidige OWE wordt uitgegaan van 7 tot 15 jaar om aan te sluiten bij de levensduur van de stacks.

Bankgarantie
EZK is van plan om een bankgarantie te vereisen voor projecten die € 100 miljoen of meer subsidie vragen. De beoogde werking van de bankgarantie is vergelijkbaar met de SDE++.

Rangschikking van de aanvragen
De aanvragen worden voor de eerste openstelling in 2023 gerangschikt op basis van het rangschikkingsbedrag. Er zal geen onderscheid worden gemaakt tussen netgekoppelde of direct- en dubbelgekoppelde elektrolysers. De aanvraag met het laagste rangschikkingsbedrag eindigt als hoogste in de rangschikking. Dit bedrag is gebaseerd op de gevraagde hoeveelheid subsidie per MW.

Voor de tweede openstellingsronde in 2024 worden in het rangschikkingsbedrag ook reeds ontvangen nationale subsidies meegenomen. Dit bevordert een gelijk speelveld tussen alle indieners doordat partijen die een kleiner bedrag vragen bij de OWE omdat ze al subsidie hebben ontvangen, niet hoger eindigen in de rangschikking dan partijen die geen andere subsidies hebben gekregen.

Daarnaast zal het al bezitten van een WABO-vergunning meewegen in de rangschikking. De uitwerking hiervan wordt nog onderzocht, maar er wordt gedacht aan een weging van maximaal 20% zodat het hebben van de vergunning alleen doorslag geeft bij projecten die een relatief vergelijkbaar subsidiebedrag indienen.

Overstimulering voorkomen bij samenloop met afnameverplichting en mobiliteitsverplichting
EZK overweegt voor de tweede openstellingsronde een nieuwe methode om overstimulering te voorkomen als alternatief voor de huidige toets op passende stimulering. Overstimulering kan optreden doordat de verkoopprijs van hernieuwbare waterstof stijgt als gevolg van nieuw in te voeren verplichtingen voor het gebruik van hernieuwbare waterstof.

Er worden twee mogelijkheden onderzocht om een relatief gelijk speelveld te creëren waardoor het risico op overwinsten wordt beperkt, maar wel de ruimte wordt geboden om bij indiening voldoende subsidie te vragen om te starten met het project. De keuze voor een van beide opties hangt af van de mogelijkheden in de uitvoering en van de effecten op waterstofproductie en -verbruik. De twee opties zijn: de huidige methode in OWE 2023 (een toets op passende stimulering en eventueel subsidie-uitkering stopzetten of subsidies terugvorderen) of het instellen van een subsidiegrens (de subsidiegrens houdt in dat waterstofproductie die meer dan een bepaalde hoeveelheid subsidie heeft gekregen, niet in aanmerking komt voor het verkrijgen van ERE’s of HWI’s. Dit betekent dat bij het verbruik van de waterstof zal worden gecontroleerd met hoeveel subsidie de waterstof is geproduceerd. Bij een subsidiehoeveelheid hoger dan de grens worden door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) geen ERE's of HWI’s uitgekeerd).

Beoogde tijdlijnen
De beoogde planning voor deze wijziging van de OWE is publicatie van de finale regeling vóór sluiting van de tender voor windkavels IJmuiden Ver Alpha en Beta, zodat potentiële OWE-aanvragers in de gelegenheid zijn een gedegen inschatting te maken van hun business case en in onderhandeling kunnen treden met de windparkontwikkelaars die een aanvraag indienen voor de tender, over de afname van elektriciteit. De nieuwe openstelling van de OWE zou in april 2024 plaatsvinden. Gelet op de benodigde stappen die in het proces moeten worden doorlopen (onder andere de notificatieprocedure bij de Europese Commissie voor het verkrijgen van goedkeuring voor deze staatssteun) is dit ambitieus. EZK zal openbaar informeren over de voortgang rond het behalen van de tijdlijnen.

Toevoegen module GroenvermogenNL voor ketenprojecten
Er wordt onderzocht of aan de OWE een onderdeel kan worden toegevoegd voor de stimulering van het gebruik van waterstof en de daarvoor benodigde transport en integratie, zodat de OWE de hele keten van waterstof kan stimuleren. De middelen daarvoor zouden afkomstig zijn van het Nationale Groeifondsprogramma Groenvermogen voor de Nederlandse economie (GroenvermogenNL).

De regeling zou dan bestaan uit twee onderdelen:

• Subsidie voor de investerings- en exploitatiekosten voor de productie van waterstof (regulier OWE-subsidiedeel), voor enkel kosten direct gekoppeld aan de productie van waterstof, waarbij het budget voor dat deel op basis van rangschikking van de aanvragen wordt verdeeld. Dit is zoals de opzet van de OWE momenteel is;
• Subsidie voor het gebruik van waterstof (keten OWE-subsidiedeel) afkomstig van het budget van GroenvermogenNL, dat wordt verdeeld op basis van de uitslag van de rangschikking van het eerste onderdeel. De aanvragers die het hoogst worden gerangschikt voor het reguliere OWE-subsidiedeel komen dan ook in aanmerking voor het keten OWE-subsidiedeel, indien zij dat ook hebben aangevraagd.

Het zou in deze opzet dus ook mogelijk zijn om als consortium in te dienen: een producerende en een waterstof verbruikende partij. In deze vorm is de tender voor het reguliere OWE-subsidiedeel gelijkwaardig voor alle producerende partijen, ongeacht de kosten in de rest van de keten zoals opslag en integratie, aangezien deze subsidiabel zijn via het keten OWE-subsidiedeel.

Voor het reguliere OWE-subsidiedeel is een budget van € 1 miljard beschikbaar en voor het keten OWE-subsidiedeel wordt gedacht aan een budget van € 300 miljoen van GroenvermogenNL.

De kosten voor het gebruik van waterstof die in aanmerking komen voor subsidie moeten een industrieel karakter hebben, toepassing in de mobiliteit valt hierbuiten.

Zie voor de internetconsultatie: https://www.internetconsultatie.nl/owe2024/b1