Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

mrt
9

Openstelling subsidiemodules Rendementsverbeterings-projecten en Aquacultuurinnovatieprojecten gepubliceerd

In 2017 worden de subsidiemodules Rendementsverbeteringsprojecten en Aquacultuurinnovatieprojecten opnieuw opengesteld. Aanvragen voor Rendementsverbeteringsprojecten kunnen worden ingediend van 15 juni tot en met 31 augustus 2017. Aanvragen voor Aquacultuurinnovatieprojecten van 1 mei tot en met 13 juli 2017. Beide subsidiemodules zijn onderdeel van de Regeling Europese EZ-subsidies (REES). Naast de openstellingsinformatie zijn een aantal aanpassingen van technisch-juridische aard gepubliceerd.

Om de kwaliteit van de projecten die vallen onder deze subsidiemodules te waarborgen, is bepaald dat het project moet worden uitgevoerd met actieve betrokkenheid van een wetenschappelijke of technische organisatie, die de resultaten van het project valideert. Sinds de toevoeging van een subsidiemodule voor innovatieprojecten duurzame visserij (Stcrt. 2016, 70938) de Regeling Europese EZ-subsidies, wordt er een expliciet onderscheid gemaakt tussen ‘wetenschappelijke organisatie’ en ‘technische organisatie’.  Om die reden worden de artikelen 3.4.3 en 3.5.3 opgesplitst in twee nieuwe artikelen, waarbij wordt opgenomen dat de wetenschappelijke organisatie van te voren dient te verklaren dat zij de validatie wil doen. Tot slot is in de artikelen tot uitdrukking gebracht dat bij de subsidievaststelling een verklaring van de wetenschappelijke organisatie (en dus niet een verklaring van de technische of wetenschappelijke organisatie) aangeleverd moet worden dat zij de resultaten van het project heeft gevalideerd.

 

In de artikelen 3.4.6 respectievelijk 3.5.6 van de REES zijn rangschikkingscriteria opgenomen. In deze artikelen wordt aangegeven hoe de aanvragen binnen het subsidieplafond gerangschikt worden, waarbij het project met de hoogste score als eerste in aanmerking komt voor subsidie. Op grond van het criterium in onderdeel c van bovengenoemde bepalingen wordt een subsidieaanvraag hoger gerangschikt naar mate deze meer economisch of technisch perspectief heeft op toepassing op praktijkschaal. Er is besloten om de elementen ‘meer economisch perspectief’ en ‘meer technisch perspectief’ als afzonderlijke rangschikkingscriteria te hanteren. Hiermee wordt voorkomen dat een project hoger wordt gerangschikt op grond van beide criteria, indien het project slechts hoog scoort op één van deze twee criteria.

 

In het kader van de beide subsidiemodules wordt bepaald dat de kosten voor vervanging of modernisering van hoofd- of hulpmotoren niet voor subsidie in aanmerking komen. De reden hiervoor is dat subsidie voor deze kosten niet bijdraagt aan het doel van deze subsidiemodules. 

 

Omdat uit de praktijk blijkt dat er niet voldoende grote projecten aanwezig zijn, wordt het minimum voor subsidiabele kosten verlaagd naar € 300.000. Dit was  € 500.000 respectievelijk € 700.000. 

 

Terug naar overzicht