Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

nov
7

Extra geld voor veenweiden en overgangsgebieden N2000

Deze regeling richt zich op samenwerkingsverbanden, waarin grondeigenaren en gebruikers gezamenlijk maatregelen nemen om de doelen te bereiken. Het gaat om drie subsidiecategorieën met elk eigen voorwaarden en eigen budget, namelijk:

  • het opzetten van een samenwerkingsverband of het opstellen van een gebiedsplan in veenweidegebieden of overgangsgebieden N2000;
  • uitrol van maatregelen in veenweidegebieden;
  • uitrol van maatregelen in overgangsgebieden N2000.

De regeling is voor het eerst opengesteld geweest van 1 mei tot en met 28 juni 2024. Er was veel belangstelling voor de regeling, vooral voor categorie 2 en 3 (samenwerking met uitrolmaatregelen).

Het opengestelde budget voor categorie 2 (veenweide) van € 37,5 miljoen is door de aanvraag van in totaal € 55,3 miljoen door 14 samenwerkingsverbanden ruimschoots overschreden. Verder is het opengestelde budget voor categorie 3 (overgangsgebieden N2000) van € 105 miljoen door de aanvraag van in totaal € 161,3 miljoen door 27 samenwerkingsverbanden ook ruimschoots overschreden.

Vanwege het belang dat met het op gang brengen van de uitrol maatregelen in de veenweidegebieden en in en rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden gemoeid is, is besloten het openstellingsbudget te verhogen, zodat meer aanvragen van samenwerkingsverbanden gehonoreerd kunnen worden. Een deel van het gereserveerde GLB-budget wordt hiervoor naar voren geschoven.

Concreet zijn de volgende verhogingen doorgevoerd: voor categorie 2 (veenweide) is het plafond verhoogd van € 37,5 miljoen naar € 55,4 miljoen en voor categorie 3 (overgangsgebieden N2000) is het plafond verhoogd van € 105 miljoen naar € 160 miljoen.

Over de regeling
Het doel van de regeling Samenwerking in veenweiden en overgangsgebieden N2000 is het ondersteunen van de transitie van de landbouw in en rond stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden en in veenweidegebieden. De regeling vergoedt de gederfde inkomsten en extra kosten van de agrarische bedrijfsvoering bij extensivering in en rond stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden en bij geringere drooglegging in veenweidegebieden.

Terug naar overzicht