Limburg wijzigt Nadere subsidieregels cultuur 2015-2019

Met de Nadere subsidieregels cultuur 2015-2019 kan de provincie Limburg subsidie verstrekken voor activiteiten op het gebied van culturele samenwerking, creatieve industrie, festivals, evenementen en talentontwikkeling. Gedeputeerde Staten hebben de regeling op een aantal punten herzien.

Van artikel 1, begripsomschrijvingen, wordt de definitie van Creatieve industrie uitgebreid tot: 'architectuur, vormgeving, e-cultuur (waaronder digitale cultuur en artscience) en alle mogelijke crossovers'. Aan het artikel worden twee definities toegevoegd. Cultureel ondernemerschap wordt in het kader van deze regeling omschreven als 'de vertaling van artistieke en culturele waarde naar inkomsten en vernieuwende bedrijfsvoering'. Onder matchmaking wordt verstaan: 'het met elkaar in contact brengen van twee of meerdere personen of organisaties, met het oogmerk van toekomstige zakelijke samenwerking.'

Van de programmalijn 2.2.1 Cultuur, wijzigt het onderdeel Projectsubsidies Creatieve industrie. Er zijn nieuwe specifieke subsidiecriteria vastgesteld. Projecten moeten aan één of meer van deze voorwaarden voldoen. Eerder moest nog aan alle gestelde eisen worden voldaan om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. De criteria zijn als volgt:

• Het project versterkt het cultureel ondernemerschap van personen die werkzaam zijn in de creatieve industrie of een opleiding daartoe volgen;
• Het project bevordert matchmaking en/of kennisuitwisseling tussen personen die werkzaam zijn in de creatieve industrie of een opleiding daartoe volgen en/of het bedrijfsleven en/of onderwijsinstellingen en/of kennisinstellingen en/of onderzoeksinstellingen;
• In het project worden door personen die werkzaam zijn in de creatieve industrie of een opleiding daartoe volgen methodes, producten en/of toepassingen ontwikkeld;
• Het project versterkt de zichtbaarheid en de promotie van de Limburgse creatieve industrie.

De bepalingen ten aanzien van de hoogte van het subsidiebedrag zijn uitgebreid. De bijdrage is nooit meer dan 35% van de totale subsidiabele kosten. Voor eenzelfde project kan nogmaals subsidie worden verstrekt. Het genoemde subsidiepercentage van 35 daalt echter bij iedere daarop volgende subsidieverstrekking voor eenzelfde (terugkerend) cultureel project of activiteit met 5%. Aan een project kan bovenop het percentage van 35 aanvullend maximaal 5% van het te verstrekken subsidiebedrag worden versterkt, indien er, naast een projectdeelnemer uit de creatieve industrie een bedrijf, onderwijs-, kennis- en/of onderzoeksinstelling inhoudelijk en/of financieel deelnemer is binnen het project. De te verstrekken subsidie moet minimaal € 2.500 bedragen. 

De wijzigingen zijn met ingang van 5 december 2018 van kracht. Voor besluiten die genomen zijn vóór deze inwerkingtreding gelden de eerder vastgestelde bepalingen waarbinnen het besluit is genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject. Voor de subsidieaanvragen die al wel zijn ingediend, maar waarover op het moment van inwerkingtreding nog geen besluit is genomen, gelden de nieuwe bepalingen, tenzij de provincie van mening is dat de aanvrager in zijn of haar belangen is geschaad.

Zie voor een toelichting het Wijzigingsbesluit.