Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

dec
4

Wijziging beleidsregels bestuurlijke boeten WBSO-afdrachtvermindering

Minister Kamp van Economische Zaken heeft een wijziging van de beleidsregels bestuurlijke boeten WBSO-afdrachtvermindering gepubliceerd. Op 1 januari van dit jaar is de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen gewijzigd. Een belangrijke wijziging gaat over de uitbreiding van de mededelingsplicht voor S&O-inhoudingsplichtigen die ten minste het in de S&O-verklaring opgenomen aantal uren hebben besteed.

De mededeling, de correctie-S&O-verklaring en de bestuurlijke boete hangen met elkaar samen. Om deze onderlinge verhouding duidelijk te maken worden de volgende scenario’s omschreven:
 
• Bij tijdige mededeling dat ten minste het in de S&O-verklaring opgenomen aantal S&O-uren is gerealiseerd, wordt geen correctie-S&O-verklaring afgegeven en ook geen boete;
• Bij tijdige mededeling dat minder S&O-uren zijn gerealiseerd dan in de S&O-verklaring zijn opgenomen, wordt een correctie-S&O-verklaring afgegeven, maar er volgt geen boete;
• Wanneer bedrijven niet binnen de gestelde termijn, namelijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de S&O-verklaringen betrekking hebben, een melding doen is de melding niet tijdig. Als de S&O-inhoudingsplichtige te laat, maar binnen de conform artikel 6, eerste lid, gestelde termijn mededeling doet van het aantal bestede S&O-uren, dan volgt een boete. Bij de beoordeling van de ernst van de boete wordt de termijnoverschrijding alsmede de toepassing van S&O-afdrachtvermindering door de S&O-inhoudingsplichtige in ogenschouw genomen. Als de niet tijdige mededeling binnen de gestelde termijn meldt dat ten minste het in de S&O-verklaring opgenomen aantal S&O-uren is besteed, dan zou een boete kunnen volgen;
• Bij geen mededeling of niet tijdig een mededeling doen, volgt een boete. Voor de hoogte van de boete maakt de wet onderscheid al naar gelang de vraag of er ook grond was om een herstelsanctie toe te passen in de vorm van een zo genoemde correctie-S&O-verklaring. Dit is het geval als aannemelijk geworden is, dat het aantal uren zoals opgenomen in de S&O-verklaring in werkelijkheid niet is besteed. Met deze beleidsregels wordt verduidelijkt dat het aannemelijk is dat het aantal S&O-uren niet is besteed, wanneer na rappel, geen mededeling wordt ontvangen. In deze situatie volgt een correctie-S&O-verklaring van 100% en een boete. Indien van toepassing zal ook een nihil-stelling van de RDA-beschikking volgen. Benadrukt wordt dat in deze situatie de S&O-inhoudingsplichtige na 31 maart tot tweemaal toe schriftelijk in de gelegenheid gesteld wordt om het aantal gerealiseerde S&O-uren op te geven. In de rappels wordt de inhoudingsplichtige gewezen op de gevolgen van het niet doen van de mededeling. Wordt binnen de rappelperiode alsnog een opgave van de S&O-uren gedaan, volgt boeteoplegging voor het doen van een niet tijdige mededeling;
• Mocht op enig moment blijken (bijvoorbeeld tijdens een bedrijfs-/controlebezoek) dat de mededeling onjuist gedaan is en het aantal bestede uren minder dan het in de mededeling opgenomen aantal is, volgt een boete. Bij de bepaling van de hoogte van de boete wordt meegewogen wie het gebrek heeft geconstateerd (de toezichthouder of de aanvrager).

Terug naar overzicht