Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

nov
4

Bussemaker informeert Kamer over voortgang Subsidieregeling praktijkleren

Het doel van de Subsidieregeling praktijkleren is het stimuleren van werkgevers tot het bieden van praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen. Hiervoor is een bijdrage mogelijk van maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. Op 15 september jl. sloot de aanvraagperiode. Minister Bussemaker heeft nu enkele Kamervragen beantwoord over de regeling. Hieruit blijkt onder meer dat inmiddels over 82% van de ingediende aanvragen een oordeel gegeven is.

In de reguliere aanvraagperiode zijn in totaal 92.677 aanvragen ingediend. Bovendien hebben de zogenoemde opleidingsbedrijven in april 2014 een voorschotverzoek kunnen doen. In die periode zijn 5.938 aanvragen binnengekomen en is een bedrag van ruim € 5 miljoen toegekend. Het totale budget van € 205 miljoen is op dit moment geclaimd. Binnen 13 weken na de sluiting op 15 september 2014 wordt over alle aanvragen een besluit genomen. De aanvragen worden momenteel nog volop beoordeeld. Op dit moment zijn 4.411 aanvragen op verzoek van de aanvrager ingetrokken en 578 aanvragen op inhoudelijke gronden afgewezen. Over ongeveer 18% van de aanvragen moet nog een oordeel gegeven worden. Het daadwerkelijk toekennen van de subsidie kan nadat alle controles zijn afgerond. Tussen medio november en uiterlijk 15 december 2014 worden alle subsidietoekenningen uitbetaald.

Met betrekking tot signalen dat ondernemers moeite hebben met de regeling, antwoordt Bussemaker dat de regeling praktijkleren echter geen nieuwe criteria of vereisten bevat anders dan dat de huidige wetgeving nu verplicht stelt. De uitvoerder van de regeling, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), stelt geen criteria op, maar voert slechts de subsidieregeling uit. De huivering bij ondernemers kan volgens de minister samenhangen met de gebruikelijke onwennigheid bij invoering van een nieuwe regeling. Suggesties van het bedrijfsleven zal zij meenemen en indien dit noodzakelijk blijkt, de subsidieregeling aanpassen.

Uitzendbureaus zijn uitgezonderd van de subsidieregeling. Bussemaker stelt dat het uitzendbureaus vrij staat om afspraken te maken met de leerbedrijven om een deel van de subsidie aan hen over te dragen als daar aanleiding voor is, omdat zij bijvoorbeeld administratie uit handen nemen of de aanvraag regelen. De feitelijke begeleiding vindt echter plaats bij het leerbedrijf, dat daarvoor erkend is. Om die reden kan dan ook alleen het erkende leerbedrijf waar de begeleiding plaatsvindt aanspraak maken op de subsidie ingevolge de regeling. Uitzendbureaus kunnen in de meeste gevallen niet erkend worden als leerbedrijf, omdat zij niet de juiste arbeidscontext hebben behorend bij het kwalificatiedossier en de daarbij behorende werkzaamheden niet zelf uitvoeren. Daarom kunnen zij de dagelijkse begeleiding niet uitvoeren. Om die reden voldoen zij veelal niet aan de erkenningscriteria van de kenniscentra.

Terug naar overzicht