Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

aug
2

Nieuwe openstellingen Sectorale Samenwerking IMVO

Het betreft de laatste openstelling van dit subsidieprogramma. Voor volgende openstellingen voor de eerste en tweede pijler in het kader van de subsidiëring van sectorale activiteiten ten behoeve van het toepassen van gepaste zorgvuldigheid is besloten dat het wenselijk is het subsidieprogramma op een aantal onderdelen te wijzigen. Vanwege het grote aantal wijzigingen is ervoor gekozen om daarvoor een nieuw subsidieprogramma in te stellen. Dit programma, het Subsidieprogramma Sectorale Samenwerking IMVO 2024-2029 (SSIMVO29), is ook gepubliceerd.

Sectorale Samenwerking IMVO 2022-2025
De tweede aanvraagperiode in het kader van het programma loopt van 5 augustus 2024 tot en met 15 september 2024, 12.00 uur. Er is alleen budget beschikbaar voor de tweede pijler van het programma. Het gaat om een bedrag van € 200.000.

Sectorale Samenwerking IMVO 2024-2029
Het doel van het nieuw gepubliceerde Subsidieprogramma Sectorale Samenwerking IMVO 2024-2029 is de subsidiëring van sectorale activiteiten ten behoeve van het toepassen van gepaste zorgvuldigheid in lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden en milieu die strekken tot het verduurzamen van waardeketens.

Het subsidieprogramma bestaat uit twee pijlers:

  • Pijler 1 - sectorale samenwerkingsverbanden: deze pijler is gericht op stimulering van activiteiten gericht op samenwerking tussen ondernemingen ten behoeve van het toepassen van gepaste zorgvuldigheid in lijn met de OESO-richtlijnen. Deze samenwerking krijgt vorm in sectorbrede samenwerkingsverbanden om het toepassen van gepaste zorgvuldigheid in lijn met de OESO-richtlijnen te blijven stimuleren en ondersteunen;
  • Pijler 2 - maatschappelijke organisaties in IMVO partnerschappen: deze pijler ondersteunt maatschappelijke organisaties bij het ontsluiten van hun kennis en ervaring ten behoeve van gepaste zorgvuldigheid in de implementatiefase van de IMVO-convenanten.

Pijler 1
Het doel van de eerste pijler is het voor Nederlandse ondernemingen vergemakkelijken om te ondernemen in lijn met de OESO-richtlijnen en UN Guiding Principles (toepassen van gepaste zorgvuldigheid). Ondernemingen kunnen door sectoraal samen te werken individuele lasten verlagen, onderling vertrouwen (uit)bouwen, van elkaar leren en gezamenlijk invloed aanwenden om risico’s op het gebied van mens en milieu in hun waardeketen te laten aanpakken en verminderen, te beginnen bij de meest ernstige en meest waarschijnlijke risico’s. Het gaat daarbij om IMVO-thema’s die in de OESO-richtlijnen aan de orde komen. Het subsidieprogramma beoogt bij te dragen aan de verduurzaming van internationale waardeketens en draagt daarmee tevens bij aan verschilende SDG’s van de Verenigde Naties, waaronder Gender equality (SDG 5), Decent work and economic growth (SDG 8), Responsible Production and Consumption (SDG 12) en Partnerships to achieve the goals (SDG 17).

Subsidie wordt verstrekt aan samenwerkingsverbanden die voortkomen uit IMVO-sectorovereenkomsten die door de SER worden begeleid. Tot de partners van het samenwerkingsverband behoren in elk geval twee of meer statutair in Nederland gevestigde ondernemingen, niet zijnde brancheorganisaties, die collectieve gepaste zorgvuldigheid willen toepassen en onderdeel zijn van dezelfde sector of waardeketen. Het betreft individuele ondernemingen. Daarnaast is in elk geval één maatschappelijke organisatie bij het samenwerkingsverband betrokken. Ook brancheorganisaties kunnen als partner deelnemen in een samenwerkingsverband.

Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie moeten de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd gericht zijn op het toepassen van gepaste zorgvuldigheid, conform de OESO-richtlijnen, voor de sector in kwestie. De activiteiten moeten een directe relatie hebben met de geprioriteerde risico’s door de aanvrager en omstandigheden in productielanden. In lijn met de OESO-richtlijnen dient het proces van gepaste zorgvuldigheid gebaseerd te zijn op betrokkenheid van stakeholders. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie moeten de activiteiten betrekking hebben op thema’s van de OESO-richtlijnen (mensenrechten, arbeid en milieu) en moet bij die activiteiten sprake zijn van het betekenisvol betrekken van stakeholders. Het samenwerkingsverband behoort een plan van aanpak te hebben op basis van een risico- en stakeholderanalyse in de sector. In het plan van aanpak staan de voorziene activiteiten gericht op het uitvoeren van gepaste zorgvuldigheid in sectoraal verband, conform de OESO-richtlijnen.

De uitvoering van het plan van aanpak betreft dus activiteiten als onderdeel van het gehele gepaste zorgvuldigheidsproces dat moet leiden tot structurele inbedding in een sector. De ontwikkelde tools en good practices worden aan het einde van het project gedeeld met de sector en publiek toegankelijk gemaakt, onder andere via het IMVO-steunpunt.

De subsidie bedraagt per aanvraag maximaal 70% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 225.000 per jaar, waarbij de kosten van maatschappelijk organisaties 100% subsidiabel kunnen zijn (hetgeen leidt tot een hogere eigen bijdrage van de andere partners in het samenwerkingsverband om te kunnen voldoen aan de totale eigen bijdrage van 30%).

Pijler 2
De tweede pijler biedt ondersteuning voor maatschappelijke organisaties om hun kennis te ontsluiten en zo een belangrijke rol te kunnen spelen bij de implementatie van de IMVO-sectorovereenkomsten. Maatschappelijke organisaties dragen bij aan de vermindering van IMVO-risico’s in waardeketens zoals deze zijn vastgelegd in de IMVO-sectorovereenkomsten.

Subsidie wordt verstrekt aan samenwerkingsverbanden van maatschappelijke organisaties behorend bij IMVO-sectorovereenkomst. De penvoerder is een statutair in Nederland gevestigde maatschappelijke organisatie en heeft over de afgelopen 2 jaar een minimale jaarbegroting van € 0,5 miljoen en kan dit aantonen aan de hand van een jaarverslag van die periode.

Subsidiabel zijn activiteiten gericht op het behalen van de doelstellingen van de IMVO-sectorovereenkomst. Het kan gaan om de volgende twee soorten subsidiabele activiteiten:

  • eenmalige overkoepelende activiteiten per partnerschap (zoals inzet in een stuurgroep, communicatie, rapportage);
  • thematische activiteiten (zoals uren in werkgroepen en andere project gerelateerde activiteiten).

Het maximale subsidiebedrag dat voor subsidiabele activiteiten kan worden verkregen is € 150.000 op jaarbasis aan inzet per IMVO-sectorovereenkomst voor de resterende programmaperiode van het partnerschap, en uiterlijk tot en met 31 december 2029. De subsidie wordt per soort subsidiabele activiteit apart aangevraagd. Het totale subsidiebedrag per activiteitensoort is maximaal € 150.000 op jaarbasis. Bij een looptijd van minder dan één jaar geldt dat de hoogte van het maximale subsidiebedrag wordt bepaald naar rato van het aantal maanden waarin de activiteiten waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft worden uitgevoerd.

Aanvragen
Aanvragen kunnen worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst.

Er zijn twee aanvraagperiodes vastgesteld: 1 oktober 2024, 9.00 uur Nederlandse tijd tot en met 30 juni 2025, 12.00 uur én 2 januari 2026, 9.00 uur Nederlandse tijd tot en met 30 september 2026, 12.00 uur. Voor de eerste openstelling is € 4,275 miljoen beschikbaar voor de eerste pijler en € 3 miljoen voor de tweede pijler.

Terug naar overzicht